Werkwoordspelling 2
1 / 26
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
- Mijn moeder heeft mij een nieuwe fiets voor mijn verjaardag ........ (beloven).
Slide 2 - Question ouverte
- We waren toch niet tevreden over de ........ (kopen) spulletjes.
Slide 3 - Question ouverte
- De winkelier ....... (verloten) vorig jaar een auto onder zijn klanten.
Slide 4 - Question ouverte
- We hebben de spulletjes daarom weer .......(omruilen).
Slide 5 - Question ouverte
- ....... (raden) eens wat ik nu weer heb meegemaakt!
Slide 6 - Question ouverte
- De in boter ....... (braden) kip smaakte voortreffelijk.
Slide 7 - Question ouverte
- Vorig jaar ....... (besteden) de leerlingen van klas 1 veel minder tijd aan hun huiswerk.
Slide 8 - Question ouverte
- Wat ...... (vinden) jij van mijn nieuwe kapsel?
Slide 9 - Question ouverte
De zin staat in de tegenwoordige tijd!
- Die leuke ober van restaurant 'Bon Appetit' ........ (bedienen) zijn klanten altijd met een vriendelijke glimlach.
- Die leuke ober van restaurant 'Bon Appetit' ........ (bedienen) zijn klanten altijd met een vriendelijke glimlach.
Slide 10 - Question ouverte
- Terwijl de clown net doet alsof hij struikelt over zijn eigen schoenen, ....... (houden) hij zichzelf toch in evenwicht.
Slide 11 - Question ouverte
- Peter vindt dat Paul erg is ...... (veranderen) sinds hij verkering heeft.
Slide 12 - Question ouverte
- Ze hebben de ....... (afzetten) weg opnieuw van asfalt voorzien.
Slide 13 - Question ouverte
- De vloer is vorige week ...... (betegelen).
Slide 14 - Question ouverte
- Violetta ...... (beantwoorden) de brieven van haar fans nooit zelf.
Slide 15 - Question ouverte
- Het vliegtuig is vanochtend op Schiphol ...... (landen).
Slide 16 - Question ouverte
- Morgenavond ........ (presenteren) de chef-kok zijn nieuwe gerecht.
Slide 17 - Question ouverte
- Het gerecht is gestoofde sprinkhaan en ........(koken) meelwormen.
Slide 18 - Question ouverte
- De orkaan Kitty ....... (verwoesten) vorig jaar tientallen dorpen.
Slide 19 - Question ouverte
- Terwijl de regen met bakken uit de hemel viel, ........ (ploeteren) de wielrenners zich een weg naar de kop van het peloton.
Slide 20 - Question ouverte
- Waarom ........ (geloven) niemand mij?
Slide 21 - Question ouverte
De zin staat in de tegenwoordige tijd!
- Het meisje ........ (genezen) voorspoedig van haar verwondingen.
- Het meisje ........ (genezen) voorspoedig van haar verwondingen.
Slide 22 - Question ouverte
- De minister had strenge maatregelen ........(beloven).
Slide 23 - Question ouverte
De zin staat in de tegenwoordige tijd!
- Het ....... (gebeuren) regelmatig dat ik een afspraak vergeet.
- Het ....... (gebeuren) regelmatig dat ik een afspraak vergeet.
Slide 24 - Question ouverte
- De dierenbeul ........ (mesten) zijn hond vet en trapte hem op zijn staart.
Slide 25 - Question ouverte
- De slachtoffers stonden ......... (huilen) van wanhoop bij hun ingestorte woning.
