H3.2 (deel 3)

3.2 We gaan voor de winst (deel 3)
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

3.2 We gaan voor de winst (deel 3)

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

3.2 Hoeveel levert het op? (deel 2)
Eén van de manieren om kosten te verlagen is het verhogen van de arbeidsproductiviteit
Arbeidsproductiviteit:
De productie per werknemer in een bepaalde tijd

Slide 3 - Diapositive

3.2 Hoeveel levert het op? (deel 2)
  • Kostprijs per product daalt!!

Slide 4 - Diapositive

3.2 Hoeveel levert het op? (deel 2)
Hoe kun je de arbeidsproductiviteit verhogen?
  • Technologische ontwikkelingen
  • Arbeidsverdeling
  • Scholing
  • Prestatiebeloning
Arbeidsverdeling:
Het werk wordt zo verdeeld, dat iedereen doet waar hij goed in is. Iedereen heeft zijn eigen specialisatie.

Slide 5 - Diapositive

Vraag 19
Vraag 18
3.2 Hoeveel levert het op? (deel 2)
Berekenen arbeidsproductiviteit
Totale productie in een periode
aantal werkenden
Vraag 17

Slide 6 - Diapositive

3.2 We gaan voor de winst (deel 3)

Slide 7 - Diapositive

3.2 Hoeveel levert het op? (deel 3)
De arbeidsproductiviteit is verhoogd, toch kunnen de indianen niet nog meer produceren.
  • De maximale productiecapaciteit is bereikt
Productiecapaciteit is de maximale hoeveelheid producten die een bedrijf kan maken.

Slide 8 - Diapositive

3.2 Hoeveel levert het op? (deel 3)
Productiecapaciteit is afhankelijk van:
  • Het aantal mensuren dat er in het bedrijf gewerkt wordt
  • De kapitaalgoederen die worden gebruikt

Slide 9 - Diapositive

3.2 Hoeveel levert het op? (deel 3)
Door verhoging van de arbeidsproductiviteit kan de productiecapaciteit beter worden benut, maar niet worden vergroot.

Slide 10 - Diapositive

Aan het werk!
maken:
t/m vraag 24
samenvatting (bij je aantekeningen!!)
Even oefenopgaven paragraaf 3.2

Slide 11 - Diapositive

Door scholing kan een bedrijf de ... verhogen. Wat moet op de puntjes komen?
A
productiecapaciteit
B
arbeidsproductiviteit

Slide 12 - Quiz

Om het nettoresultaat te berekenen haal ik van de brutowinst de inkoopkosten af.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

De productiecapaciteit is onder andere afhankelijk van
A
arbeidsproductiviteit
B
het aantal mensen dat in een bedrijf werken
C
de kapitaalgoederen die worden gebruikt
D
de snelheid van werken

Slide 14 - Quiz

Na de vakantie:
3.3 De markt op!

Slide 15 - Diapositive