Structuurmappen maken

Les: Structuurmapping
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Les: Structuurmapping

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Opening
Je ziet hiernaast een structuurmap over het thema boodschappen. Bekijk deze eerst.

Vraag: Welke items zou je op de plekken van A, B en C kunnen verzinnen? Je kan op de volgende slide je antwoord doorgeven.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Welke items heb jij bedacht voor op de plek van A, B en C?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Na deze les:

  • Weet ik hoe ik structuurmappen in kan zetten tijdens het leren.
  • Kan ik zelf een structuurmap maken.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoudsopgave:
1: Opening
2: Theorie
3: Aan de slag
4: Afsluiting
In de opening maak je kennis met het onderwerp van de les.
In de theorie krijg je uitleg over het onderwerp en een kleine opdracht.
Je gaat nu zelf aan de slag.
In de afsluiting kijk je terug op de les en geven we je nog een paar handige tips.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions






Structuurmappen
  • Theorie
  • Opdracht
Je krijgt nu uitleg over structuurmappen maken:
2. Theorie
Structuurmappen maken is een handige leerstrategie om op een creatieve manier een onderwerp in kaart te brengen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een structuurmap maken is een effectieve manier om aantekeningen te maken.

Je brengt op een creatieve manier alle onderdelen van een onderwerp in kaart. 

Je maakt eenvoudig onderscheid tussen hoofdzaken en bijzaken.
Theorie 1: Structuurmap 
Een voorbeeld
Je hoeft niet alleen te schrijven, maar kunt ook tekenen in een mindmap.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voordat je aan de mindmap begint, is het handig om de tekst te structureren. 

Hoe pak je dit aan? 
1. Werk per alinea en lees iedere alinea voordat je gaat markeren. 
2. Bedenk nu wat het hoofdonderwerp van de alinea is. Markeer de belangrijkste woorden roze.
3. Staat in dezelfde alinea een betekenis van het hoofdonderwerp? Markeer de belangrijkste woorden groen.
4. Krijg je belangrijke extra informatie? Markeer de belangrijkste woorden geel.
5. Alle details (minder belangrijke zaken) markeer je blauw.

 
Theorie 2: structureren
Een voorbeeld

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voordat je aan de structuurmap begint, is het handig om de tekst te structureren. Dat doe je door te markeren.  

Hoe pak je dit aan? 
1. Werk per alinea en lees iedere alinea voordat je gaat markeren. 
2. Bedenk nu wat het hoofdonderwerp van de alinea is. Markeer de belangrijkste woorden roze.
3. Staat in dezelfde alinea een betekenis van het hoofdonderwerp? Markeer de belangrijkste woorden groen.
4. Krijg je belangrijke extra informatie? Markeer de belangrijkste woorden geel.
5. Alle details (minder belangrijke zaken) markeer je blauw.

 
Samen aan de slag: structureren

Slide 9 - Diapositive

Print deze tekst voor al je leerlingen, geef ze markeerstiften indien ze die niet zelf bij zich hebben. Open de tekst in Word om samen te gaan markeren. Je loopt het hele stappenplan dus met ze af. Vind je dit zelf nog lastig? Bekijk dan het filmpje met ze en laat ze in de tekst markeren. 
Voordat je aan de structuurmap begint, is het handig om de tekst te structureren. Dat doe je door te markeren.  

Hoe pak je dit aan? 
1. Werk per alinea en lees iedere alinea voordat je gaat markeren. 
2. Bedenk nu wat het hoofdonderwerp van de alinea is. Met hoofdonderwerp bedoelen we de belangrijkste woorden uit de alinea. 
Markeer de belangrijkste woorden roze.




 
Samen aan de slag: structureren

Slide 10 - Diapositive

Print deze tekst voor al je leerlingen, geef ze markeerstiften indien ze die niet zelf bij zich hebben. Open de tekst in Word om samen te gaan markeren. Je loopt het hele stappenplan dus met ze af. Vind je dit zelf nog lastig? Bekijk dan het filmpje met ze en laat ze in de tekst markeren. 
Voordat je aan de structuurmap begint, is het handig om de tekst te structureren. Dat doe je door te markeren.  

Hoe pak je dit aan? 
3. Staat in dezelfde alinea een betekenis van het hoofdonderwerp? 
Markeer de belangrijkste woorden groen.





 
Samen aan de slag: structureren

Slide 11 - Diapositive

Print deze tekst voor al je leerlingen, geef ze markeerstiften indien ze die niet zelf bij zich hebben. Open de tekst in Word om samen te gaan markeren. Je loopt het hele stappenplan dus met ze af. Vind je dit zelf nog lastig? Bekijk dan het filmpje met ze en laat ze in de tekst markeren. 
Voordat je aan de structuurmap begint, is het handig om de tekst te structureren. Dat doe je door te markeren.  

Hoe pak je dit aan? 
4. Krijg je belangrijke extra informatie?
Markeer de belangrijkste woorden geel.





 
Samen aan de slag: structureren

Slide 12 - Diapositive

Print deze tekst voor al je leerlingen, geef ze markeerstiften indien ze die niet zelf bij zich hebben. Open de tekst in Word om samen te gaan markeren. Je loopt het hele stappenplan dus met ze af. Vind je dit zelf nog lastig? Bekijk dan het filmpje met ze en laat ze in de tekst markeren. 
Voordat je aan de structuurmap begint, is het handig om de tekst te structureren. Dat doe je door te markeren.  

Hoe pak je dit aan? 
5. Alle details (minder belangrijke zaken) markeer je blauw.

 
Samen aan de slag: structureren

Slide 13 - Diapositive

Print deze tekst voor al je leerlingen, geef ze markeerstiften indien ze die niet zelf bij zich hebben. Open de tekst in Word om samen te gaan markeren. Je loopt het hele stappenplan dus met ze af. Vind je dit zelf nog lastig? Bekijk dan het filmpje met ze en laat ze in de tekst markeren. 
Voordat je aan de structuurmap begint, is het handig om de tekst te structureren. Dat doe je door te markeren.  

Aan de slag met de andere alinea's!
Hoe pak je dit aan?
1. Werk per alinea en lees iedere alinea voordat je gaat markeren.
2. Bedenk nu wat het hoofdonderwerp van de alinea is. Markeer de belangrijkste woorden roze.
3. Staat in dezelfde alinea een betekenis van het hoofdonderwerp? Markeer de belangrijkste woorden groen.
4. Krijg je belangrijke extra informatie? Markeer de belangrijkste woorden geel.
5. Alle details (minder belangrijke zaken) markeer je blauw.


 
Zelf aan de slag: structureren

Slide 14 - Diapositive

Print deze tekst voor al je leerlingen, geef ze markeerstiften indien ze die niet zelf bij zich hebben. Open de tekst in Word om samen te gaan markeren. Je loopt het hele stappenplan dus met ze af. Vind je dit zelf nog lastig? Bekijk dan het filmpje met ze en laat ze in de tekst markeren. 
Voordat je aan de structuurmap begint, is het handig om de tekst te structureren. Dat doe je door te markeren.  

Aan de slag met de andere alinea's!
Hoe pak je dit aan?
1. Werk per alinea en lees iedere alinea voordat je gaat markeren.
2. Bedenk nu wat het hoofdonderwerp van de alinea is. Markeer de belangrijkste woorden roze.
3. Staat in dezelfde alinea een betekenis van het hoofdonderwerp? Markeer de belangrijkste woorden groen.
4. Krijg je belangrijke extra informatie? Markeer de belangrijkste woorden geel.
5. Alle details (minder belangrijke zaken) markeer je blauw.


 
Nakijken

Slide 15 - Diapositive

Print deze tekst voor al je leerlingen, geef ze markeerstiften indien ze die niet zelf bij zich hebben. Open de tekst in Word om samen te gaan markeren. Je loopt het hele stappenplan dus met ze af. Vind je dit zelf nog lastig? Bekijk dan het filmpje met ze en laat ze in de tekst markeren. 
Bereid jezelf voor 

Leg het A3-papier, de fineliners en je gemarkeerde theorie klaar.
1
Bepaal het onderwerp van de tekst

Waarover gaat de leerstof? In de titel staat meestal waarover de tekst gaat. Schrijf dat in het midden van het vel op, met een cirkel eromheen. 

2
Kleuren kiezen

Kies nu een kleur fineliner voor iedere alinea, bv. blauw voor alinea 1, groen voor alinea 2, etc. 


3
Takken
Iedere alinea van je gemarkeerde tekst krijgt vanuit de cirkel één eigen tak:
  • Boven de tak schrijf je de roze gemarkeerde woorden
  • Onder de tak schrijf je de groen gemarkeerde woorden
  • Teken vanuit de tak een kleinere tak naar de zijkant. Hier schrijf je de geel gemarkeerde woorden
  • Teken vanuit de zijtak een pijltje. Schrijf hier de blauw gemarkeerde woorden.
4
Verwerk iedere alinea

De vorige stap voer je voor iedere alinea uit tot je een gevulde mindmap hebt, zoals in het voorbeeld hiernaast. 
5
Zet je fantasie in!

Teken voorbeelden bij je structuurmap of zoek plaatjes die erbij passen, print ze en plak ze op je structuurmap.

6
Theorie 2: Stappenplan structuurmap

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereid jezelf voor 

Leg het A3-papier, de fineliners en je gemarkeerde theorie klaar.
1
Bepaal het onderwerp van de tekst

Waarover gaat de leerstof? In de titel staat meestal waarover de tekst gaat. Schrijf dat in het midden van het vel op, met een cirkel eromheen. 

2
Kleuren kiezen

Kies nu een kleur fineliner voor iedere alinea, bv. blauw voor alinea 1, groen voor alinea 2, etc. 


3
Takken
Iedere alinea van je gemarkeerde tekst krijgt vanuit de cirkel één eigen tak:
  • Boven de tak schrijf je de roze gemarkeerde woorden
  • Onder de tak schrijf je de groen gemarkeerde woorden
  • Teken vanuit de tak een kleinere tak naar de zijkant. Hier schrijf je de geel gemarkeerde woorden
  • Teken vanuit de zijtak een pijltje. Schrijf hier de blauw gemarkeerde woorden.
4
Verwerk iedere alinea

De vorige stap voer je voor iedere alinea uit tot je een gevulde mindmap hebt, zoals in het voorbeeld hiernaast. 
5
Zet je fantasie in!

Teken voorbeelden bij je structuurmap of zoek plaatjes die erbij passen, print ze en plak ze op je structuurmap.

6
Samen aan de slag

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voordat je aan de slag gaat met structuren: 
Kies een leertekst en leg een roze, groene, gele en blauwe markeerstift klaar. 

Hoe pak je dit aan? 
1. Werk per alinea en lees iedere alinea voordat je gaat markeren. 
2. Bedenk nu wat het hoofdonderwerp van de alinea is. Markeer de belangrijkste woorden roze.
3. Staat in dezelfde alinea een betekenis van het hoofdonderwerp? Markeer de belangrijkste woorden groen.
4. Krijg je belangrijke extra informatie? Markeer de belangrijkste woorden geel.
5. Alle details (minder belangrijke zaken) markeer je blauw.

 
Zelf aan de slag: structureren
Benodigdheden

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereid jezelf voor 

Leg het A3-papier, de fineliners en je gemarkeerde theorie klaar.
1
Bepaal het onderwerp van de tekst

Waarover gaat de leerstof? In de titel staat meestal waarover de tekst gaat. Schrijf dat in het midden van het vel op, met een cirkel eromheen. 

2
Kleuren kiezen

Kies nu een kleur fineliner voor iedere alinea, bv. blauw voor alinea 1, groen voor alinea 2, etc. 


3
Takken
Iedere alinea van je gemarkeerde tekst krijgt vanuit de cirkel één eigen tak:
  • Boven de tak schrijf je de roze gemarkeerde woorden
  • Onder de tak schrijf je de groen gemarkeerde woorden
  • Teken vanuit de tak een kleinere tak naar de zijkant. Hier schrijf je de geel gemarkeerde woorden
  • Teken vanuit de zijtak een pijltje. Schrijf hier de blauw gemarkeerde woorden.
4
Verwerk iedere alinea

De vorige stap voer je voor iedere alinea uit tot je een gevulde mindmap hebt, zoals in het voorbeeld hiernaast. 
5
Zet je fantasie in!

Teken voorbeelden bij je structuurmap of zoek plaatjes die erbij passen, print ze en plak ze op je structuurmap.

6
Zelf aan de slag

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Afsluiting
Dit kan ik:

  • Ik weet hoe ik structuurmappen in kan zetten tijdens het leren. 
  • Ik kan zelf een structuurmap maken.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een structuurmap kun je voor heel veel onderwerpen gebruiken.
Onze hersenen vinden structuurmaps fijn
Naast schrijven kun je ook tekenen
Handige tips

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions