3.1: Verlichting

3.1 De Verlichting: theorie en praktijk
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

3.1 De Verlichting: theorie en praktijk

Slide 1 - Diapositive

Welk begrip past het best bij de manier van regeren van Lodewijk XIV?
A
Absolutisme
B
Democratie
C
Centralisatie
D
Vrijheid

Slide 2 - Quiz

Wat is géén kenmerk van het absolutisme onder Lodewijk XIV?
A
Er komen hervormingen in de economie
B
Het Edict van Nantes wordt ingetrokken
C
De adel komt op Versailles wonen
D
Er werden weinig oorlogen gevoerd

Slide 3 - Quiz

Waarom liet Lodewijk XIV alle adel bij hem in Versailles wonen?
A
Hij wilde veel mensen om zich heen hebben omdat hij zich anders eenzaam voelde.
B
Hij wilde dat alle adel samen was zodat ze zich konden verdedigen tegen de revolutie.
C
Hij vertrouwde de adel niet en wilde ze goed in de gaten kunnen houden.
D
Om zware koffiedrinkers goed in de gaten te houden. Koffie was duur en mocht dus niet te veel gedronken worden.

Slide 4 - Quiz

Stelling: In de tijd van Lodewijk XIV was er godsdienstvrijheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Trias Politica betekent ...
A
alleenheerschappij
B
scheiding der machten
C
vrijheid
D
Montesquieu

Slide 6 - Quiz

Wie hoort bij Trias politica
A
Robespierre
B
Voltaire
C
Montesquieu
D
Rousseau

Slide 7 - Quiz

Montesquieu
Bedenker van de Trias Politica:

1. Wetgevende macht (parlement)
2.
Uitvoerende macht (koning, ministers)
3. Rechtsprekende macht (onafhankelijke rechters)

De macht moet verdeeld worden. 
De drie machten moeten elkaar controleren!

Niet de een sterker dan de ander!

Slide 8 - Diapositive

De Trias Politica van Montesquieu
Het bedenken en maken van wetten (parlement)
Voert wetten en regels uit (regering)
Controleert of mensen zich aan de regels houden (onafhankelijke rechters)
De wetgevende macht
De uitvoerende macht
Rechtsprekende macht

Slide 9 - Question de remorquage

De verlichtingsfilosoof John Locke was een voorstander van het absolutisme.
A
Waar
B
Onwaar

Slide 10 - Quiz

Welke van onderstaande meningen past het beste bij John Locke?
A
De koning is een door God aangestelde vorst
B
de koning moet de grondrechten van de burgers bewaken
C
De monarchie moet worden afgeschaft
D
De koning moet democratisch gekozen worden

Slide 11 - Quiz

John Locke
  • Iedereen wordt gelijk geboren.

  • De koning moet rekening houden met de belangen van het volk.

  • Als een koning slecht regeert, mag het volk hem afzetten. 

Slide 12 - Diapositive

Leg in je eigen woorden uit wat het doel van de Trias Politica is.

Slide 13 - Question ouverte

Jean-Jacques Rousseau
John Locke
Charles de Montesquieu
De koning krijgt macht uit handen van het volk
De macht moet altijd bij het volk liggen
Trias politica/ scheiding der machten

Slide 14 - Question de remorquage

Slide 15 - Vidéo