vrijdag 10 feb

de "van alles wat" quiz
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

de "van alles wat" quiz

Slide 1 - Diapositive

Marie, ruim die smeerboel eens op.
Wat is smeerboel?
A
modder
B
vieze troep
C
chocopasta
D
pindakaas

Slide 2 - Quiz

Wat doe je als je een luchtje gaat scheppen?
A
het raam open zetten
B
parfum kopen
C
parfum opdoen
D
naar buiten gaan

Slide 3 - Quiz

Welk woord hoort niet bij "het laboratorium"?
A
de papieren
B
de wetenschapper
C
de proef
D
het onderzoek

Slide 4 - Quiz

Welk woord hoort niet bij "het ruimtestation"?
A
onderzoek
B
de trein
C
astronauten
D
de satelliet

Slide 5 - Quiz

Wat is dit?

Slide 6 - Diapositive

Wat is dit?
A
een raket
B
een satelliet

Slide 7 - Quiz

Meneer de Wit, heeft u nu pauze?
Waarom staat hier een komma?
A
lange zin
B
iemand aanspreken
C
tussen 2 werkwoorden

Slide 8 - Quiz

Als u het proeft, weet u het.
Waarom staat hier een komma?
A
lange zin
B
iemand aanspreken
C
tussen 2 werkwoorden

Slide 9 - Quiz

Nee meneer, dat wordt een smeerboel.
Waarom staat hier een komma?
A
lange zin
B
iemand aanspreken
C
tussen 2 werkwoorden

Slide 10 - Quiz

Ik moet zeggen, het smelt op je tong.
Waarom staat hier een komma?
A
lange zin
B
iemand aanspreken
C
tussen 2 werkwoorden

Slide 11 - Quiz

tellen met sprongen van 10

579 - 589 - ...

Slide 12 - Question ouverte

tellen met sprongen van 10
487 - 497 - ...

Slide 13 - Question ouverte

tellen met sprongen van 10
388 - ... - 408

Slide 14 - Question ouverte

vrienden van 100
40 en

Slide 15 - Question ouverte

vrienden van 100
70 en

Slide 16 - Question ouverte

Wat is de eerste sprong bij de som
459 + 80 =
A
+ 40
B
+ 50
C
+ 70
D
+ 80

Slide 17 - Quiz

wat is de eerste sprong bij de som
885 + 60 =
A
+ 60
B
+ 5
C
+ 20
D
+ 30

Slide 18 - Quiz

Wat is geen succescriteria van sommen als 685 + 60 =
A
Ik ken de tafels
B
Ik reken op de getallenlijn
C
Ik ken de vrienden van 100
D
Ik splits de tientallen

Slide 19 - Quiz

reken uit
286 + 50 =

Slide 20 - Question ouverte