Thema 4- Stevigheid en beweging

Thema 4
Stevigheid en beweging
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Thema 4
Stevigheid en beweging

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen B1 
Je kent de delen van het lichaam
- Je kunt in een afbeelding van het skelet de botten benoemen
- Je kunt de functies van het skelet noemen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het skelet
Ongeveer 200 botten
In te delen in 3 delen: Hoofd, Romp, Ledematen

Schedel, wervelkolom, borstkas schoudergordel, bekken

Stevigheid, beweging, bescherming, vorm 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke functie van het skelet wordt hier omschreven: Zonder skelet zou je in elkaar zakken.
A
Stevigheid
B
Vorm
C
Beschermen
D
Bewegen

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
Herhaling
Intro 
B2
Afsluiting

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen B2
- Je kunt de bouw van botweefsel en kraakbeenweefsel beschrijven
- Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw
  • Mergholte in pijpbeenderen
  • Geel beenmerg in mergholte slaat vet op
  • Rood beenmerg vormt bloedcellen, in koppen pijpbeenderen en platte beenderen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Botweefsel
  • Cellen in kringen rondom dunne kanaaltjes
  • Uitlopers waarmee ze met elkaar in contact staan
  • Kanaaltjes bevatten bloedvaten en vocht
  • Tussencelstof van kalkzouten (stevigheid) en lijmstof/collageen (buigzaamheid)

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kraakbeenweefsel
Kraakbeenweefsel bestaat uit cellen die in tussencelstof liggen. Kraakbeenweefsel is soepel, stevig en buigzaam

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lenige baby
Fontanellen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kraakbeen is
A
Buigzaam
B
Niet buigzaam

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen B3
 Je kunt de beenverbindingen beschrijven
- Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven
- Je kunt de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Been verbindingen
Zonder beweging
Vergroeide verbinding
Naadverbinding

Met beweging
Verbinding door kraakbeen
Verbinding door gewrichten

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw gewricht
Verbinding tussen twee botten
Kogel en kom 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heupgewricht

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten gewrichten
Er zijn drie soorten gewrichten.
  1. Kogelgewricht
  2. Rolgewricht
  3. Scharniergewricht

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sommige gewrichten moeten meer werk verrichten dan andere. Welk deel die het gewricht extra verstevigd, hebben deze gewrichten wel en andere gewrichten niet.
A
gewrichtskom
B
kraakbeen
C
Kapselband
D
gewrichtskapsel

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van kapselbanden?
A
soepel bewegen van het gewricht
B
houdt de 2 botten bij elkaar
C
zorgt voor extra stevigheid van het gewricht

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk de afbeelding.

Wat is dit voor gewricht?
En waar in het lichaam kan je dit
gewricht vinden?

A
Scharniergewricht, vingers
B
rolgewricht, spaakbeen
C
Kogelgewricht, knie
D
Kogelgewricht, schouder

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is kraak been een bewegelijke verbinding of een vaste verbinding?
A
Vast
B
Bewegelijk

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen B4
- Je kunt de werking van spieren beschrijven
- Je kunt voorbeelden noemen van bewuste en onbewuste spierbewegingen

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

(Skelet)spierstelsel
Zorgen samen met het skelet voor beweging
Lichaam bestaat uit +/- 600 spieren

Oppervlakkige skeletspieren: vaak groter en zichtbaar aan buitenkant
Diepe skeletspieren: Liggen dieper in het lichaam en kleiner (darmen, hart, huid)

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw spier
  • Spierschede: bindweefsel om spier heen
  • Pees: verbindt spier met bot bij aanhechtingsplaats
  • Spier bestaat uit spierbundels, die uit spiervezels bestaan

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werking spier
  • Als spiervezels samentrekken wordt spier korter en dikker
  • Biceps en triceps bewegen onderarm. Biceps buigt de arm, triceps strekt de arm
  • Antagonist: twee spieren werken samen om een bot te bewegen, maar hebben een tegengesteld effect

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weefsel (VG)
  • Spieren spannen en ontspannen door actine en myosine (eiwitten )
  • 3 soorten: 
  • Dwarsgestreept spierweefsel (skeletspieren)
  • Glad spierweefsel (organen)
  • Hartspierweefsel

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spierweefsel

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spiervezels (VG)
Dwarsgestreept spiervezel bestaat uit twee typen
  • Snelle:  Snel en krachtig samentrekken (Voortbeweging)
  • Langzaam: Langzamer en minder krachtig, maar kunnen langer doorgaan met trekken ( Lichaamshouding)

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je een spier samentrekt, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je een spier ontspant, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een antagonist?
A
een spier met een tegengestelde werking
B
een spier met dezelfde werking
C
allemaal pezen bij elkaar

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke afbeelding is een lengtedoorsnede van glad spierweefsel?
A
afbeelding 1
B
afbeelding 2
C
afbeelding 3
D
gaan van de afbeeldingen

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk spierweefsel zie je hier?
A
Glad spierweefsel
B
Dwarsgestreept spierweefsel
C
Hartweefsel

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke type spierweefsel vinden we in de skeletspieren?
A
glad spierweefsel
B
dwarsgestreept spierweefsel

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen B5
 Je kunt aangeven wat een goede lichaamshouding is en waarom deze belangrijk is

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wervelkolom
  • Je wervelkolom bestaat uit een 'dubbele S-vorm'
  • In stand gehouden door rugspieren
  • Voor het veren van de wervelkolom
  • Voorkomt hoofdpijn


Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wervelkolom
  • Zenuwbanen lopen door de wervelkolom.
  • Kraakbeenschijven zorgen voor de beweging van de rug
  • Hernia is het bekneld raken van een zenuw.

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een goede zithouding
  • Bij een goede zithouding is het belangrijk dat je je rug zoveel mogelijk recht houdt. 
  • Door altijd met je hoofd voorover naar je scherm te kijken, kun je een bochel krijgen.


Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor vorm heeft je wervelkolom?
A
Een lus-vorm
B
Een S-vorm
C
Een dubbele N-vorm
D
Een dubbel S-vorm

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke persoon heeft een goede zithouding?
A
De linker
B
De rechter

Slide 40 - Quiz

Een goede zithouding: rechtop zitten, knieën 90 graden gebogen
als je aan tafel zit: onderarmen op tafel, elleboog 90 graden gebogen
Welke functie heeft de wervelkolom voor het ruggenmerg?
De wervelkolom ...
A
beschermt het ruggenmerg
B
geeft stevigheid aan het ruggenmerg
C
geeft vorm aan het ruggenmerg
D
geleidt het ruggenmerg

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen B6
- Je weet dat spieren sterker worden door training
- Je kunt uitleggen dat lichaamsbeweging goed is voor je gezondheid

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lichaamsbeweging
  • Voldoende beweging zorgt voor een goede conditie.
  • Je krijgt minder snel blessures. 
  • Je krijgt door lichaamsbeweging een betere coördinatie.

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spieren trainen
Ongebruikte spieren worden dunner en zwaker.

Als je beweegt en sport train je je spieren en worden ze dikker en kunnen ze meer kracht uitoefenen.

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Getrainde spieren
Verzwakte spieren

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spieren trainen
Door spieren vaak te gebruiken worden ze dikker en sterker.

Spierpijn ontstaat bij een beweging die je niet gewend bent.
 - Kleine scheurtjes + afvalstoffen in de spier

Blessure -> beschadiging spier, bot of gewricht.

Warming-up / coolingdown / rekoefeningen gaan blessures tegen.


Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Blessure
RSI

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Door spieren te trainen worden ze langer.
Is deze bewering juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist

Slide 48 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Door je spieren te trainen, krijg je eerder een blessure.
A
juist
B
onjuist

Slide 49 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Skelet (namen van botten), borstkas, schoudergordel, bekken, ledematen, functies
  • VG: Pijpbeenderen en platte beenderen, rood en geel beenmerg
  • Kraakbeen, botweefsel (lijmstof en kalkzouten)
  • Vergroeid, naden, kraakbeen, gewricht (onderdelen, soorten gewrichten)
  • Spieren, pezen, aanhechtingsplaats, antagonisten
  • VG: Spierschede, spierbundels en spiervezels (langzaam en snel)
  • VG: Actine en myosine, spierweefsels (dwarsgestreept, glad, hart)
  • Wervelkolom en goede houding
Lichaamsbeweging, blessures, RSI

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 51 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 52 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions