ALUMNOS Les 8 - V4 - imperfecto y ropa

1 / 22
suivant
Slide 1: Vidéo
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Clase de español V4 - 90 min
viernes, 24 de septiembre de 2021
Objetivo
Describir la ropa de la fiesta
Imperfecto

Slide 2 - Diapositive

La clase anterior
Habla con tu compañero de clase sobre la clase anterior del martes con ayuda de las imágenes en holandés:

Slide 3 - Diapositive

Los deberes para hoy

Slide 4 - Diapositive

Traduce al español:
1. het affiche, de poster
2. de bijeenkomst
3. de sfeer
4. de tekening
5. het beeld
timer
1:00

Slide 5 - Question ouverte

¿Qué es correcto?
A
he, has, ha, hamos, habéis, han
B
he has ha hemos habáis han
C
he has ha hamos habáis han
D
he has ha hemos habéis han

Slide 6 - Quiz

¿Qué verbo es irregular en el perfecto?
A
pedir
B
dormir
C
decir
D
vivir

Slide 7 - Quiz

Geef het voltooid deelwoord van de volgende werkwoorden:
1. hacer
2. ver
3. volver
4. poner
5. decir
6. abrir
timer
2:00

Slide 8 - Question ouverte

Escribe todo lo que sabes del imperfecto
(forma y uso y marcadores)

Slide 9 - Question ouverte

¿Correcto o falso?

Slide 10 - Question ouverte

El imperfecto regular

Slide 11 - Diapositive

El imperfecto irregular

Slide 12 - Diapositive

El uso del imperfecto
Bij het beschrijven van gewoontes/herhalingen uit het verleden.
Bij het beschrijven van mensen / dingen / situaties uit het verleden
Begin en eind niet bekend
Reden van iets dat in het verleden is gebeurd 
Het weer, de sfeer, de stemming van iemand,

Slide 13 - Diapositive

Los marcadores del imperfecto
antes = vroeger
muchas veces = vaak
cada día  = elke dag
todos los días = elke dag
generalmente = normaalgesproken
nunca = nooit
a veces = soms
de vez en cuando = soms
todas la semanas = elke week
normalmente = normaalgesproken
siempre = altijd
en aquellos días = in die dagen, toen
mucho = veel
de joven = toen .. jong was
porque = omdat

Slide 14 - Diapositive

timer
2:00
Escribe en español 5 palabras sobre la ropa

Slide 15 - Carte mentale

Mira este vídeo sobre una fiesta española y escribe lo que llevaban las personas 
(en el imperfecto)

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Escribe ahora 2 frases en español sobre la ropa de las personas en el vídeo (frases con verbos)
timer
2:00

Slide 18 - Question ouverte

Escribir sobre la ropa
Zoek op je telefoon en geef antwoord op deze vragen in het Nederlands zo volledig mogelijk:
  1. Wat dragen de Spanjaarden tijdens het feest?
  2. Is het typische klederdracht?
  3. Wat dragen de kinderen, iets anders?
  4. Waarom dragen ze die kleren?.
timer
4:00

Slide 19 - Diapositive

Escribir sobre la ropa
En schrijf nu in het Spaans in je schrift zonder je mobiel te gebruiken (reader mag): Let op je bent aan het beschrijven dus welke tijd moet je gebruiken?
  1. Wat droegen de Spanjaarden tijdens het feest?
  2. Zagen ze er mooi uit?
  3. Was het typische klederdracht?
  4. Wat droegen de kinderen, iets anders?
  5. Waarom droegen ze die kleren?
  6. Wat had jij aan? Verkleed je en maak een selfie zodat het lijkt alsof je er echt bent geweest.
timer
10:00

Slide 20 - Diapositive

La evaluación
Ik loop op schema met de onderwerpen van de presentatie
Ik weet helemaal niet wat ik aan het leren ben bij Spaans en waarvoor ik dat moet weten.
Ik kan goed meedoen in de les en ik ben trots op mezelf hoe ik in het Spaans kan schrijven.
De imperfecto vind ik een moeilijke tijd en ik moet dat goed leren.

Slide 21 - Sondage

Los deberes
aprender vocabulario 111 t/m 117 esp-hol y hol-esp
Aprender imperfecto (lessonup les 8 / aantekeningen)
Na het leren: Hacer ejercicio 12 (alleen eerste kolom)
Na het leren: Hacer ejercicio 13
aprender hay/ser/estar (lessonup les 6 /aantekeningen)
aprender perfecto (aantekeningen)

Slide 22 - Diapositive