Ingangsklacht Kortademig

Ingangsklacht: Kortademig
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
TriërenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Ingangsklacht: Kortademig

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen

  • Leerdoel 1 : Aan het eind van de les kan je onderscheid maken tussen de verschillende longaandoeningen.
  • Leerdoel 2 Aan het eind van de les kan je de juiste urgentie bepalen bij ingangsklacht Kortademig en hierbij een passend beleid voeren.
  • Leerdoel 3 Aan het eind van de les kan je een patiënt die een hyperventilatie aanval heeft geruststellen en coachen in het goed ademhalen. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrippenlijst
Zuurstofsaturatie: percentage zuurstof gebonden aan hemoglobine.
Abnormale pols: ongebruikelijke hartslag.

Bijgeluiden: ongebruikelijke geluiden bij de ademhaling. 
Hulpademhalingsspieren: spieren die extra helpen bij ademhaling.



Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrippenlijst
Dyspnoe: moeite met ademhalen.

Cyanose: blauwe verkleuring door zuurstoftekort.

Aspiratie: inademen van vreemde voorwerpen.

Contusie: kneuzing van weefsel.
Fractuur: breuk in het bot.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet jij al over astma en COPD?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschillen tussen Astma en COPD
Astma: vaak allergisch, variabele symptomen.


COPD: chronische aandoening, progressieve klachten.
Beide hebben invloed op de ademhaling.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Symptomen van Astma
Kortademigheid, piepen, hoesten.
Aanvallen kunnen plotseling optreden.


Verergering door allergenen of inspanning.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Symptomen van COPD
Chronische hoest, slijm(sputum)productie.


Langzaam progressief, verergering bij infecties.


Moeite met ademhalen, vooral bij inspanning.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Complicaties van Astma en COPD
Astma: ernstige aanvallen, ziekenhuisopname.


COPD: longinfecties, hartproblemen.


Beide kunnen leiden tot verminderde kwaliteit van leven.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Medicatie voor Astma
Bronchodilatoren: voor snelle verlichting.
Inhalatiecorticosteroïden: voor ontstekingsremming.
Langdurige controle met medicatie.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Medicatie voor COPD
Bronchodilatoren: voor luchtwegverwijding.

Corticosteroïden bij verergering.


Longrevalidatie en zuurstoftherapie.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Urgentie en symptomen
Hyperventilatie: De ademhaling is van slag, vaak zonder dat iemand het beseft. Snelle, oppervlakkige ademhaling. -> U5
U5-Advies: Adem rustig, 3 seconden in en 6 seconden uit. Zoek afleiding (kniebuigingen maken, hardop voorlezen enzovoort).
Contactadvies
Contact opnemen als het verergert of anders de eerstvolgende werkdag naar de eigen huisarts.


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Urgentie en symptomen

Longembolie: Stolsel in longvaten,
vaak vanuit stolsels in een been (trombosebeen).
Acute kortademigheid, pijn.-> U1/U2


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Urgentie en symptomen
Hartfalen: Verminderde pompfunctie van het hart. Leidt tot een verminderde inspanningstolerantie, dus tijdens inspanning snel moe en kortademig. Andere symptomen: dikke enkels, benauwdheid tijdens platliggen en ’s nachts vaak plassen. Vochtophoping in de longen kan een hoestprikkel veroorzaken. U1-U2 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Urgentie en symptomen
Pneumothorax: Klaplong,
kan het gevolg zijn van een trauma, maar gebeurt ook spontaan. De spontane pneumothorax treedt vooral op jonge leeftijd op en gaat gepaard met plotselinge pijn op de borst en kortademigheid. U1-U2

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Urgentie en symptomen
Pseudokroep– laryngitis subglottica: 
Treedt op bij jonge kinderen en geeft blafhoest, heesheid en piepen bij inademen. Aanvallen treden meestal in de avonduren op, terwijl het kind overdag weinig klachten had. U4-U5

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Urgentie en symptomen

Epiglottitis: Ontsteking van het strotklepje.


Door vaccinatie zeldzaam. Komt het meest voor bij en is het gevaarlijkst voor jonge kinderen. Het kind is ernstig ziek, benauwd, kan niet slikken, waardoor slijm uit de mond loopt en het heeft hoge koorts. Stikking dreigt.  Typisch zijn de bijgeluiden bij vooral de inademing (inspiratoire stridor) en de houding van de patiënt: naar voren leunend met gestrekte hals. U1-U2

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 19 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.