Je kunt een inleiding, kern en slot in teksten herkennen.
Je kunt de functie van deze tekstdelen benoemen.
Je kunt teksten begrijpen die als doel informeren, overtuigen of instrueren hebben.
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4
Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 20 min
Éléments de cette leçon
Leerdoelen
Je kunt een inleiding, kern en slot in teksten herkennen.
Je kunt de functie van deze tekstdelen benoemen.
Je kunt teksten begrijpen die als doel informeren, overtuigen of instrueren hebben.
Slide 1 - Diapositive
indeling van een zakelijke tekst
Slide 2 - Carte mentale
Leesvaardigheid
Hoe helpt de indeling van een tekst je bij het begrijpen ervan?
Slide 3 - Diapositive
Tekstopbouw = logische volgorde
tweedeling -> inleiding, kern (opbouw bij van een nieuwsbericht)
driedeling -> inleiding, kern, slot (opbouw van een artikel)
kern-> langste gedeelte van de tekst
behandelt het onderwerp
kan uit deelonderwerpen bestaan
slot-> geen nieuwe info, vaak samenvatting of conclusie
Slide 4 - Diapositive
Een zakelijke tekst bestaat altijd uit drie onderdelen.
Welke drie onderdelen zijn dat?
Slide 5 - Diapositive
In zowel de inleiding, de kern en het slot komen altijd vaste onderdelen terug!!!!
Slide 6 - Diapositive
Inleiding:
Het onderwerp wordt genoemd
Waarom de tekst geschreven is
Voorbeeld bij het onderwerp
Leuk, kort verhaaltje/opbouw tekst
Belangrijke vraag
Mening schrijver
Slide 7 - Diapositive
Middenstuk
De deelonderwerpen die met het onderwerp te maken hebben, worden in het middenstuk behandeld.
Slide 8 - Diapositive
Slot
1. hoofdgedachte
2. advies gegeven/vraag beantwoord uit inleiding
3. conclusie/samenvatting gegeven
4. toekomstverwachting
Slide 9 - Diapositive
Nieuwsbericht
Let op: een nieuwsbericht bestaat uit een inleiding en kern. Geen slot!
Het belangrijkste staat in de inleiding, verdere informatie in de kern.
Slide 10 - Diapositive
Waarom is dit belangrijk?
Slide 11 - Diapositive
Omdat
1. Je gericht kunt zoeken binnen een tekst naar het antwoord!
2. Je teksten beter zult begrijpen!
3. In het examen Nederlands veel vragen zult krijgen over zowel de inleiding, de kern en het slot
Slide 12 - Diapositive
Opbouw van teksten: inleiding, slot en hoofdgedachte
Inleiding
Waar gaat de tekst over -> Het introduceren van het onderwerp.
Middenstuk
Meerdere alinea's over verschillende deelonderwerpen
Slot
Laatste deel van de tekst. Vaak met een herhaling, conclusie of samenvatting
Slide 13 - Diapositive
Opbouw van de kern
Slide 14 - Diapositive
Tot slot.....
Let op:
1. Het onderwerp van een tekst kun je vinden door de vraag te stellen: Waar gaat deze tekst over? Het onderwerp schrijf je zo kort mogelijk!!!!
2. De hoofdgedachte van een tekst: Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd???
De hoofdgedachte schrijf je in een zin op
Slide 15 - Diapositive
Aan de slag
Opdracht 4, 5 tot en met 10 en 11 vanaf blz 118 Hoofdstuk 3.2
opdrachten klaar? Kijk de opdrachten van hoofdstuk 1.1, 1.2 goed na aan de hand van het antwoordblad. Stel vragen over de examenstof!
timer
15:00
Slide 16 - Diapositive
Aan de slag 7 nov 2024
Hoofdstuk 3.2 Inleiding, kern en slot opdracht 5,6,7,11 en 16 nakijken. Neem de samenvatting door op blz. 150
Klaar? Kijk mbv antwoordenstencil hoofdstuk 1,1 en 2.1 zelf nakijken.
Kijk de opdrachten van hoofdstuk 1.1, 1.2 goed na. Stel vragen!
timer
20:00
Slide 17 - Diapositive
Wat is de functie van de kern?
A
Vat de tekst samen
B
Het onderwerp wordt toegelicht d.m.v. deelonderwerpen
C
De schrijver vertelt zijn mening
D
Meningen van anderen worden toegelicht
Slide 18 - Quiz
Waar zijn signaalwoorden ook al weer goed voor?
A
Signaleren de kern in de tekst
B
Helpen je om het verband in een tekst te herkennen
C
Helpen je om de tekst sneller te kunnen lezen
D
Hebben geen specifieke functie
Slide 19 - Quiz
Het slot heeft altijd een functie.
Wat kan GEEN functie van een slot zijn?
A
een vraag stellen
B
een samenvatting geven
C
een conclusie trekken
D
een oplossing van een probleem geven
Slide 20 - Quiz
Functies van de inleiding: Wat is een functie van de inleiding?
A
Conclusie geven
B
Centrale vraag stellen
C
Waarschuwing geven
D
mening van de schrijver te geven
Slide 21 - Quiz
Lees het slot. Wat is de functie van het slot?
A
een advies geven
B
een conclusie geven
C
een samenvatting geven
Slide 22 - Quiz
Functie inleiding Tijdens de herfstvakantie kun je in elke sporthal mini-lessen volgen. Er worden minilessen gegeven door gediplomeerde sporters. Op de site van elke sporthal vind je welke sporten er in zoal gegeven gaan worden.
A
Aanleiding van de tekst wordt genoemd
B
Samenvatting
C
Voorbeelden bij het onderwerp
D
Er wordt iets verteld over de opbouw van de tekst.