Vraag stellen (HAVO1 - H6 - Bron D)

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Poser une question

Leerdoelen:

1. Ik weet hoe je in het Frans een vraag moet stellen.

2. Ik weet de betekenis van 7 vraagwoorden in het Frans.

Leerdoel 1

Ik weet hoe je in het Frans een vraag moet stellen.

Comment poser une question?

Normale zin + ?

Tu es français. (Jij bent Frans.)

Tu es français? (Ben jij Frans?)

Welke zin staat in de juiste volgorde?

1. On va à Paris?
2. On à va Paris?
3. Va on à Paris?

Welke zin staat in de juiste volgorde?

1. Habites tu dans un appartement?
2. Tu habites dans un appartement?
3. Tu dans un appartement habites?

Hoe vraag je:
Waar woon je?

Hoe vraag je:
Hou je van Amsterdam?

Zet in de juiste volgorde:
boire-quelque chose-va-on-?

Ik weet hoe ik in het Frans een vraag moet stellen.

😒🙁😐🙂😃

Leerdoel 2

Ik weet de betekenis van 7 vraagwoorden in het Frans.

Welke vraagwoorden ken je?

7 vraagwoorden

où	waar	Tu habites où?
quand	wanneer	Quand est ton anniversaire?
comment	hoe	Comment tu t'appelles?
combien (de)	hoeveel	Tu veux combien de frites?
pourquoi	waarom	Pourquoi tu fais du sport?
qui	wie	Qui est ton prof de maths?
qu'est-ce que	wat	Qu'est-ce que tu aimes manger?

Kies het juiste vraagwoord
Combien/Qu'est-ce que tu vas faire?
Je vais jouer de la guitare

1. Combien
2. Qu'est-ce que

Kies het juiste vraagwoord
Qui/Quand est Louise?
Louise est mon amie.

1. Qui
2. Quand

Kies de juiste vraag bij dit antwoord:
Je m'appelle Lisa

1. Où tu t'appelles?
2. Pourquoi tu t'appelles?
3. Comment tu t'appelles?

Kies de juiste vraag bij dit antwoord:
Je vais au collège.

1. Tu vas quand ?
2. Tu vas où ?
3. Tu vas comment ?

Kies de juiste vraag bij dit antwoord:
Nous rentrons aujourd'hui.

1. Vous rentrez quand?
2. Vous rentrez comment?
3. Vous rentrez combien ?

Qui

Pourquoi

Comment

Qu'est-ce que

Où

Combien (de)

Quand

Ik weet de betekenis van 7 vraagwoorden in het Frans.

😒🙁😐🙂😃