Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Energieverbruik =
A
De hoeveelheid energie die je tijdens bewegen gebruikt
B
De hoeveelheid energie die je in rust gebruikt
C
ruststofwisseling + lichaamsbeweging
D
stofwisseling + lichaamsbeweging
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
Welke factoren beïnvloeden het energieverbruik?
Slide 7 - Carte mentale
Slide 8 - Diapositive
Mensen die elk jaar maar aankomen eten soms te weinig?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Energie kan niet verloren gaan
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
Een ander woord voor energie in voeding is
Slide 12 - Carte mentale
Slide 13 - Diapositive
Welke energieleverende voedingsstoffen ken je?
Slide 14 - Carte mentale
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Als je wilt afvallen kan je beter niet koolhydraten en eiwitten samen in één maaltijd gebruiken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Dikke mensen hebben een tragere stofwisseling dan slanke mensen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Vidéo
02:30
Waarom denk je dat de lengte meegenomen is in de formule
Slide 20 - Carte mentale
03:37
hoe denk je dat dit komt ?
Slide 21 - Carte mentale
Slide 22 - Diapositive
Opdracht 1 van het voedingsadvies.
Reken voor jezelf bovenstaande formule uit
Slide 23 - Diapositive
Welke formule moet je gebruiken?
Vul jouw gegevens in op de stippellijntjes en reken uit
Slide 24 - Diapositive
Reken voor jezelf bovenstaande formule uit
timer
2:00
Slide 25 - Diapositive
Tel de uitkomst van b en c bij elkaar op en deel door 2 zodat je het gemiddelde krijgt
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Hoeveel uur slaap je gemiddeld op een dag ? Vul bij zoveel vakjes een A in
Slide 28 - Diapositive
Hoeveel uur doe je intensieve inspanning per week ? Deel dit door 7 en vul bij zoveel vakjes een E in
Slide 29 - Diapositive
Doe
Doe hetzelfde voor F, E, D en C (in die volgorde). Let er op dat je niet overdrijft !!!!!!!!!!!
Alle andere uren zijn B.
Slide 30 - Diapositive
Reken bovenstaande tabel uit. Vul het aantal uren waarin je A hebt staan en doe dit keer 1. Dan het aantal uren B keer 1,3 enzovoort. Tel alles bij elkaar op en deel door 24
Slide 31 - Diapositive
Maak een foto van het resultaat en voeg dit hier toe
timer
4:00
Slide 32 - Question ouverte
Neem het antwoord van vraag d en vermenigvuldig dit met het antwoord op vraag g