Basisvoeding les 3

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
basisvoedingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel uur slaap je gemiddeld op een dag ? Vul bij zoveel vakjes een A in

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel uur doe je intensieve inspanning per week ? Deel dit door 7 en vul bij zoveel vakjes een E in  

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doe
Doe hetzelfde voor F, E, D en C (in die volgorde). Let er op dat je niet overdrijft !!!!!!!!!!!
Alle andere uren zijn B.  

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reken bovenstaande tabel uit. Vul het aantal uren waarin je A hebt staan en doe dit keer 1. Dan het aantal uren B keer 1,3 enzovoort. Tel alles bij elkaar op en deel door 24 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neem het antwoord van vraag d en vermenigvuldig dit met het antwoord op vraag g 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Koolhydraten

Slide 9 - Carte mentale

Wat weet je al over koolhydraten?
Waar gebruikt je lichaam ze voor?
In welke producten zitten koolhydraten?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

(grootste) Energie leverende voedingstof 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

1. Monosachariden - Enkelvoudige suikers- komen vaak uit honing- fruit- druivensuikertabletten 
2. disachariden - tweevoudige suikers 
Zit in melk (maltose in bier) en kristalsuiker 
3. oligosachoriden 
Zit in sommige sportdranken 
4. Polysachoriden - complexe koolhydraten 
Zitten in peulvruchten en aardappelen 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

snappen van de stof 
Kijk voor de volgende vragen alleen naar de koolhydraten
 (niet naar de mineralen/vitamines/vezels)

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een donut bevat andere koolhydraten dan een banaan?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Als je het inneemt zijn het beide andere soorten koolhydraten 
Na de spijsvertering zijn de koolhydraten uit een donut hetzelfde als de koolhydraten uit een banaan?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Ze zijn beide omgezet en opgeslagen als glucogeen 

Slide 20 - Diapositive

De mens kan uit koolhydraten het makkelijkste energie vrijmaken. 

Om koolhydraten te verbranden heb je minderenergie nodig dan bij vetten. 

Het lichaam kan 3 keer zo snel energie vrijmaken uit koolhydraten dan uit vetten 
Welke banaan zou jij een sporter adviseren tijdens een tenniswedstrijd?
A
Een groene banaan?
B
Een gele rijpe banaan?

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Insuline is nodig voor?

Slide 24 - Question ouverte

Insuline zorgt er voor dat glucose wordt vervoerd naar de cellen, dat de cellen open gaan, zodat glucose naar binnen kan om te worden verbrand tot energie. Glucose die niet direct nodig is wordt opgeslagen in lever, vet en spieren, en kan later worden gebruikt. Bij onvoldoende insuline, of als de cellen ongevoelig zijn voor insuline, kan glucose de cel niet goed in, waardoor de bloedglucose stijgt. Zo ontstaat diabetes.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent hypoglycemie?

Slide 28 - Question ouverte

wat denk je dat het betekend?:


Een bloedsuikerspiegel die te sterk wisselt. De klachten treden vooral op wanneer de bloedsuikerspiegel te laag is.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de belangrijkste leveranciers van koolhydraten?

Slide 31 - Carte mentale

Wat denk  jij?

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Wat betekend geraffineerde en ongeraffineerde

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk!
Maak opdracht 3 over Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheden (ADH)
En de verwerkingsvragen 10 t/m 17

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions