3C: 21 sep en 6 en 12 oktober Les 3 en Les 4 en Les 5

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

21. September zu tun

Besprechen Hausaufgaben

Blz. 17 +18 opdr. 3,5 en 7

herhalen vakantiekaartje

Herhalen regels brief schrijven

aanhef 

Liebe ..............,

Lieber.................,

wie geht es mit dir? Mit mir geht es gut.

Ciao

standaard zinnen postkaartje

Liebe Elaine,

wie geht es mit dir? Mit mir geht es gut. Ich bin im Urlaub in Spanien. Ich bin hier mit meinen Eltern und bester Freund. Das Wetter ist schön. Die Sonne scheint den ganzen Tag. Wie ist das Wetter bei dir?

standaard zinnen postkaartje

Gestern habe ich geschwommen und in einem Restaurant gegessen. Morgen werden wir tauchen und einen Schmetterlinggarten besuchen. 

Was machst du? 

Bis bald, liebe Grüße

Marloes

Buch Seite 19

Aufgaben 9 + 10 --> gebruik blz. 44 voor de woorden

+ Praktijkblad

Hausaufgaben 28./29. September

blz. 18 + 19 opdr 9 en 10

vragen vakantiekaartje af.

6. Oktober

am Ende kannst du:

- regel grammatica opnoemen en toepassen in vakantiekaartje

- De eerste paar zinnen van het kaartje schrijven

- aanhef

         begin zin (hoe gaat het met je, met mij gaat het goed)

         zeggen met wie je op vakantie bent

         zeggen waar je op vakantie bent

      

Hausaufgaben besprechen

blz. 18 + 19 opdr. 9 en 10

vragen vakantiekaartje af.

Vragen praktijkblad

lezen + bespreken

Grammatic

spielen --> ich habe gespielt

tanzen --> du hast getanzt

rennen --> er hat gerennt

schwimmen --> wir haben geschwommen

essen --> sie hat herrlich gegessen

wij zijn geweest --> wir sind gewesen

voltooide tijd ge + stam + t

Dat is geweest

In het Duits hoef je heerlijk niet na te denken over d of t alles is een t.

gespielt

gerennt

getanzt

geantwortet

gerettet

gechattet

regel

GE + STAM + t ==> GESPIELT

Ge + STAM + et ==> GEREDET, GEZELTET, GEKOSTET

STERKE WERKWOORDEN 

winnen - gewonnen         gewinnen - gewonnen

essen - gegessen              eten - gegeten

effe oefenen / mal üben

Seite 27 + 28 

Aufgabe 19 + 20A 

BESPREKEN

vakantiekaartje schrijven

- De eerste alinea van het vakantie kaartje schrijven:

aanhef  

begin zin (hoe gaat het met je, met mij gaat het goed) 

zeggen met wie je op vakantie bent

zeggen waar je op vakantie bent

 in 2 zinnen het weer beschrijven

Hausaufgaben 13. Oktober

blz. 18 opdr 8

blz  27  + 28 opdr, 21

Standaard zinnen werkblad

13. Oktober

besprechen Arbeitsblatt

wiederholen voltooide tijd + Besprechen

Üben Urlaubskarte im Buch

Besprechen Seite 18, Aufgabe 8

Wiederholen grammatic

zwakke werkwoorden: Ge + stam + t 

gespielt

gerennt

getanzt

sterke werkwoorden: ge en eindigen op -en-

ieren --> fotografiert, korrigiert, studiert

Im Sommerurlaub haben wir herrlich im Mehr

1. geschwommen
2. geschwimmt
3. geschwammen

wohnen:
Früher habe ich Den Bosch

1. wohnen
2. gewohnen
3. gewohnt

Fußballspielen
Er hat gestern fußball

1. gespielen
2. gespielt
3. gespalt

An die Arbeit

Seite 36 + 37

Aufgaben 39,40, 41