Taaltijgers 2: lw, zn, ww, bn

De auto is rood.
Wat is het lidwoord?
A
De
B
Auto
C
Is
D
Rood
1 / 26
suivant
Slide 1: Quiz
TaalBasisschoolGroep 5-7

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De auto is rood.
Wat is het lidwoord?
A
De
B
Auto
C
Is
D
Rood

Slide 1 - Quiz

De auto is rood.
Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
De
B
Auto
C
Is
D
Rood

Slide 2 - Quiz

De auto is rood.
Wat is het werkwoord?
A
De
B
Auto
C
Is
D
Rood

Slide 3 - Quiz

De auto is rood.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
De
B
Auto
C
Is
D
Rood

Slide 4 - Quiz

Nu wat moeilijker...
Daar komt 'ie...

Slide 5 - Diapositive

De telefoon is tijdens de wedstrijd kapot gegaan.
Wat is of zijn de lidwoord(en)?
A
De, kapot
B
De, is
C
De, de
D
De

Slide 6 - Quiz

De telefoon is tijdens de wedstrijd kapot gegaan.
Wat zijn de zelfstandig naamwoorden?
A
Telefoon, kapot
B
Telefoon, wedstrijd
C
Tijdens, wedstrijd
D
Tijdens, kapot

Slide 7 - Quiz

De telefoon is tijdens de wedstrijd kapot gegaan.
Wat zijn de werkwoorden?
A
Is, gegaan
B
Telefoon, wedstrijd
C
Tijdens, kapot
D
Is, kapot, gegaan

Slide 8 - Quiz

De telefoon is tijdens de wedstrijd kapot gegaan.
Wat is of zijn de bijvoeglijk naamwoorden?
A
Tijdens, kapot
B
Kapot
C
Tijdens
D
Is, Kapot, Tijdens

Slide 9 - Quiz

Nu zoeken we alleen de bijvoeglijk naamwoorden!

Slide 10 - Diapositive

Gisteren heeft moeder bij Blokker een nieuwe TV voor vader moeten kopen.
A
Gisteren
B
Blokker
C
Nieuwe
D
Voor

Slide 11 - Quiz

Van wie heeft zij die mooie tafel gekregen?
A
Wie
B
Zij
C
Van
D
Mooie

Slide 12 - Quiz

Dit mooie schilderij mag ik aan niemand tonen.
A
Mooie
B
Schilderij
C
Niemand
D
Aan

Slide 13 - Quiz

Onze rijke buurman is weggereden in zijn dure Ferrari.
A
Onze
B
Rijke
C
Zijn
D
Dure

Slide 14 - Quiz

En nu alleen de werkwoorden!

Slide 15 - Diapositive

Wil jij mij de auto nu lenen?
A
Wil
B
Mij
C
Auto
D
Lenen

Slide 16 - Quiz

In het voorjaar is het tuinhuisje door mijn vader gekocht voor Alice.
A
Voorjaar
B
Is
C
Gekocht
D
Door

Slide 17 - Quiz

Wie kon de les biologie gisteren niet geven?
A
Geven
B
Kon
C
Biologie
D
Les

Slide 18 - Quiz

Waarom zijn haar ouders teleurgesteld naar Spanje vertrokken?
A
Teleurgesteld
B
Spanje
C
Zijn
D
Vertrokken

Slide 19 - Quiz

De zelfstandig naamwoorden zijn nu aan de beurt. 

Slide 20 - Diapositive

De directeur stemde in met het ontslag.
A
De
B
Directeur
C
Stemde
D
Ontslag

Slide 21 - Quiz

Is Otto nooit geattendeerd op deze wensen van klanten?
A
Otto
B
wensen
C
klanten
D
deze

Slide 22 - Quiz

De meisjes waren trots op hun mooie rapporten.
A
meisjes
B
trots
C
hun
D
rapporten

Slide 23 - Quiz

Jij hebt Emily alsnog gefeliciteerd met haar verjaardag.
A
Jij
B
Emily
C
Verjaardag
D
Haar

Slide 24 - Quiz

Welk toneelstuk in Amsterdam zal ik eens gaan bekijken?
ww
A
zal
B
eens
C
gaan
D
bekijken

Slide 25 - Quiz

Welk toneelstuk in Amsterdam zal ik eens gaan bekijken?
zn
A
toneelstuk
B
Amsterdam
C
eens
D
welk

Slide 26 - Quiz