Redactiesommen les 14 en 15

Redactiesommen 14
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Redactiesommen 14

Slide 1 - Diapositive

Ralph koopt in de supermarkt 5 kg aardappels voor €1,95 en een bloemkool voor €1,30. Hij geeft een biljet van 5 euro. Hoeveel krijgt hij terug?
A
€2,95
B
€1,75
C
€3,25
D
€1,25

Slide 2 - Quiz

In een bos staan 584 bomen. Hiervan worden 213 zieke bomen gekapt. Hoeveel bomen blijven er staan in dit bos?
A
371
B
213
C
381
D
271

Slide 3 - Quiz

Farida weegt 54 kg, Achmed 60 kg, Loebda 52 kg en Mirjam weegt 58 kg.
Wie is op een na het lichtst?
A
Mirjam
B
Achmed
C
Farida
D
Loebda

Slide 4 - Quiz

Een broodje ei kost €1,40. Hoeveel kosten 3 broodjes ei?
A
€6,40
B
€4,10
C
€3,60
D
€4,20

Slide 5 - Quiz

Drie meisjes verdelen 21 appels. Iedereen krijgt evenveel. Hoeveel appels krijgt elk meisje?
A
6
B
5
C
7
D
8

Slide 6 - Quiz

Vader komt altijd om vijf uur thuis. Op een dag arriveert hij door autopech een uur later. Hoe laat komt hij die dag thuis?
A
half 6
B
zes uur
C
vier uur
D
zeven uur

Slide 7 - Quiz

Teken een lijn van 28 mm

Slide 8 - Question ouverte

Elf mei valt op een donderdag. Welke dag was het op 1 mei?
A
vrijdag
B
zaterdag
C
zondag
D
maandag

Slide 9 - Quiz

Welk getal hoort bij het vraagteken?
300 - 350 - ... - ? - ... - 550
A
400
B
450
C
500
D
550

Slide 10 - Quiz

Hoe schrijf je het getal in cijfers?
vierhonderd dertien
A
314
B
413
C
143
D
134

Slide 11 - Quiz

Redactiesommen 15

Slide 12 - Diapositive

Stefan gaat pannenkoeken bakken. Hij koopt 1 pak pannenkoekenmix voor €1.20, 2 pakjes margarine voor €0.90 per pakje en 1 pak melk voor €0.75. Hoeveel moet Stefan betalen?
A
€2.90
B
€3.-
C
€3.75
D
€2.75

Slide 13 - Quiz

Hoelaat is het wanneer op je telefoon 8.25 staat?
A
5 over half 9
B
5 voor half 8
C
5 over half 8
D
5 voor half 9

Slide 14 - Quiz

Bakker Veenman brengt elke dag 580 broden bij een supermarkt. Op het eind van de dag zijn er nog 53 broden over. Hoeveel zijn er verkocht?
A
527
B
533
C
537
D
633

Slide 15 - Quiz

Op de markt betaal je voor 1 stuk leverworst 50 eurocent. Hoeveel kosten 5 van die stukken?
A
€0.50
B
€1,-
C
€2,-
D
€2,50

Slide 16 - Quiz

Voor 500 gram tomate betaal je 1 euro. Hoeveel kosten dan 100 gram tomaten?
A
€0,05
B
€0,20
C
€0,30
D
€1,-

Slide 17 - Quiz

De school begint om half negen. De juf verslaapt zich en komt pas om kwart over negen. Zij is dus .... kwartier te laat.
A
1 kwartier
B
2 kwartier
C
3 kwartier
D
4 kwartier

Slide 18 - Quiz

Teken een rechthoek met zijden van 6 en 3 cm.

Slide 19 - Question ouverte

Welk getal hoort bij het vraagteken?
700 - 675 - 650 - ... - ? - 575
A
600
B
625
C
635
D
650

Slide 20 - Quiz

Hoe schrijf je het getal in cijfers?
negenhonderd negentien
A
919
B
199
C
991
D
918

Slide 21 - Quiz

Negentien september valt op een zondag. Welke dag is het op 1 oktober?
A
dinsdag
B
woensdag
C
donderdag
D
vrijdag

Slide 22 - Quiz