Vertering 11.3

11.3
Vertering van eiwitten
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

11.3
Vertering van eiwitten

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Enzymen zijn gevoelig voor temperatuur.
Ze werken het beste bij de optimumtemperatuur. Wat gebeurt er met het enzym als deze boven de optimumtemperatuur komt?
A
Het enzym gaat sneller werken.
B
Het enzym gaat langzamer werken.
C
Het enzym gaat kapot.
D
Het enzym werkt niet meer.

Slide 9 - Quiz

Wat is niet waar?
Enzymen kunnen...
A
reacties versnellen
B
verschillende soorten substraat afbreken
C
het beste werken bij een optimum pH
D
meerdere keren gebruikt worden

Slide 10 - Quiz

Wat is de optimumtemperatuur van enzym Z?
A
62 graden
B
42 graden
C
35 graden
D
55 graden

Slide 11 - Quiz

Enzymen denatureren bij
A
temperaturen hoger de optimum
B
pH hoger dan het optimum
C
pH lager dan het optimum
D
temperaturen onder het optimum

Slide 12 - Quiz

Herhalingsvragen
11.1 en 11.2

Slide 13 - Diapositive

Kan je lever van niet-essentiële aminozuren essentiële aminozuren maken?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Welke groepen voedingsstoffen moeten verteerd worden voordat ze kunnen worden opgenomen?
A
Vezels, vetten, eiwitten, koolhydraten
B
Eiwitten, koolhydraten, vetten
C
Glucose, koolhydraten, eiwitten, zetmeel
D
Vetten, eiwitten, mineralen

Slide 15 - Quiz

De bouwstenen van eiwitten zijn...
A
nucleotiden
B
stikstofbasen
C
aminozuren
D
ribosomen

Slide 16 - Quiz

Maag
Maagsap
Het maagsap bevat beschermend slijm, zoutzuur, en pepsinogeen.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Maagslijmvlies bestaat uit veel glycoproteïnen (eiwitten met suikermoleculen eraan gekoppeld). Deze slijmlaag beschermt tegen...
A
het maagzuur, suiker neutraliseert het zuur
B
maagzuur, eiwitten neutraliseren het zuur
C
vertering, glycoproteïnen worden niet afgebroken door maagenzymen
D
vertering, glycoproteïnen verhinderen de werking van het maagzuur

Slide 19 - Quiz

Waarom maken de cellen van de maagwand het onwerkzame enzym pepsinogeen en niet meteen pepsine?
A
Omdat anders pepsine alweer kapot is als het het voedsel bereikt
B
Omdat anders pepsine de eiwitten in de cellen die het maken verteert
C
Omdat anders pepsine het voedsel niet goed kan bereiken
D
Omdat dat biologisch niet mogelijk is

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

10.3 Enzymen

Slide 22 - Diapositive

Waardoor wordt de ruimtelijke structuur van een eiwit (en dus een enzym) in stand gehouden?
A
door hydrolyse en condensatie reacties
B
door H- en S- bruggen
C
alfa helix en beta sheets
D
peptide bindingen

Slide 23 - Quiz

In dit experiment wordt
maltose gevormd uit zetmeel.
Waardoor neemt de snelheid
van de vorming af na 55 graden??
A
de hoeveelheid zetmeel raakt op
B
de hoge temperatuur zorgt voor denaturatie van de enzymen
C
de hoeveelheid gevormde maltose wordt te hoog
D
de snelheid van enzymen neemt af bij hoge temperatuur

Slide 24 - Quiz

Beste tabel van de BINAS
Van boven naar beneden zie je welke voedingsstof er door welk verteringssap en welk verteringsenzym wordt verteerd. En waar. 

Slide 25 - Diapositive

Aminozuren zitten aan elkaar vast met een peptidebinding. Op het plaatje wordt deze gevormd (in een ribosoom, dit heet een condensatiereactie). 
Deze wordt weer verbroken bij vertering (hydrolyse).

Slide 26 - Diapositive

Endo- en exopeptidasen
Endo = binnen
Exo = buiten
-ase = enzym dat 'knipt' (hydrolyse)
peptide = aminozuurketen
Dus een endopeptidase knipt midden in de aminozuurketen
En een exopeptidase knipt aan het uiteinde van een aminozuurketen

Slide 27 - Diapositive

moeilijke woorden
carboxypeptidase en aminopeptidase zijn beide exopeptidasen

Slide 28 - Diapositive

Vraag
De peptideketen met de aminozuurvolgorde Arg-Leu-Tyr-Met is ontstaan door vertering. Op een bepaald moment bevindt dit polypeptide zich in de twaalfvingerige darm. 

Slide 29 - Diapositive

Een (oligo)peptide: Arg - Leu - Tyr - Met

Welke producten kunnen ontstaan als een endopeptidase één keer knipt?

Slide 30 - Question ouverte

Een (oligo)peptide: Arg - Leu - Tyr - Met

Welke producten kunnen ontstaan als een exopeptidase één keer knipt?

Slide 31 - Question ouverte

Juist of onjuist?
Gebruik BINAS 82G
Peptase (=Pepsine) uit de maag is een endopeptidase
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

Juist of onjuist?
Gebruik BINAS 82G
Aminopeptidasen knippen een aminozuur af van het C-uiteinde van een polypeptide
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz