Leesteksten en spelling vmbo4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Leesboek 1 uit: 14 (028) 15 (027) oktober

Humortechnieken

Test maken

Tijd: 10 minuten

Eerder klaar? In je boek lezen.

Leesteksten en spelling vmbo4

Mededelingen

Tekstopmaak Je leert welke er zijn en hoe ze een tekst begrijpelijker maken en past dit toe.

Afbeeldingen in teksten Je leert hoe beelden in een tekst je extra informatie geven en past dit toe.

Hoofdletters en leestekens Je leert de regels en past deze toe.

Mededelingen

Studiewijzer op Teams! Kijk ernaar. Is onder voorbehoud.

SE1: 7 t/m 13 november-> spelling en formuleren

Mondelingen zijn eind maart 2024

Tekstopmaak

• Zorgt dat de tekst er mooier uitziet
• Zorgt dat de tekst er begrijpelijker uitziet
• Helpt bij het zoeken naar informatie

                                                                      

Tekstopmaak

Tussenkopje

Tussenkopje

Titel

Opmaakkenmerken: 

Opmaakkenmerken:

Opmaakkenmerken:

Tekstopmaak

Alle opmaakkenmerken:

Op blz. 6 van Kern

Pak je boek en ga naar blz. 6

Aan de slag!

Maak opdracht 1 t/m 4 en 7, blz. 6 e.v. Kern

Je mag overleggen.

Kijk goed naar de uitleg aan de linkerkant van blz. 6.

We kijken over 10 minuten na.

Klaar? Verder met Taak 1-2-3 etc. OF lezen in je leesboek

Afbeeldingen in teksten

Uitlegvideo:

Je leert hoe beelden in een tekst je extra info geven.

Aan de slag!

Maak opdr. 1 t/m 8, blz. 8 e.v. in Kern.

Je mag overleggen.

Kijk goed naar de uitleg aan de linkerkant van blz. 8.

We kijken over 10 minuten na.

Klaar? Verder met Taak 1-2-3 etc. OF lezen in je leesboek

WELKOM!

Wat gaan we vandaag doen?

Lezen in je leesboek

Hoofdletters en leestekens: uitleg-opdracht-quiz

Informatie zoeken over schrijvers

Welkom!

hoofdletters & interpunctie

Hoe zat het ook alweer?

Welke woorden schrijf je met een hoofdletter?

Welke woorden schrijf je niet met een hoofdletter?

Leestekens en hoofdletters

Uitlegvideo:

Je leert de regels omtrent leestekens en hoofdletters.

https://boomdigitaal.nl/books/2023-9789492862051v2/chapters/2023-27bf8843-5c1a-4c24-b72f-8d37220658f2/documents/2023-27bf8843-5c1a-4c24-b72f-8d37220658f2--Les-23-Uitlegvideos.xml

Interpunctie

Kommagebruik: 

bij een rust - vóór maar/want/omdat - in een opsomming - 

na een aanspreking 

punt - uitroepteken - vraagteken 

Dubbele punt: voor opsomming - toelichting - voor citaat

Aanhalingstekens: citaat - begrip - sarcasme

Hoofdletters en leestekens

Waarom?

• Dan kan een ander je tekst beter begrijpen
• Dit komt terug in SE1: wordt afgetoetst

Maak opdracht 1+2+3+5+7+8, blz. 50 e.v. van Kern.

We kijken over 15 minuten na.

Klaar? Lezen in je leesboek en/of spellingsopdracht (bureau)

Informatie zoeken over schrijvers

Doel: Je leert hoe en waar je relevante informatie over schrijvers kunt vinden.

Waarom? Ter voorbereiding op je mondeling, maart '25

Informatie over schrijvers

Uitlegvideo:

Je leert hoe je informatie over schrijvers kunt opzoeken en waarom je dit moet doen.

https://boomdigitaal.nl/books/2023-9789492862051v2/chapters/2023-cc65d298-2b44-40a5-9afe-2aa9127e563b/documents/2023-cc65d298-2b44-40a5-9afe-2aa9127e563b--Les-5-Uitlegvideos.xml

Aan de slag!

Maken: opdracht 1+2+3+4, blz. 14 e.v.

Opdracht 5&6 gaan over de schrijver van je leesboek.

Deze informatie kan je gebruiken voor je leesverslag ter voorbereiding op het mondeling!

https://e-book.boomdigitaal.nl/boek/9789492862051?layoutmode-double=1/sso

Klaar? Lezen in je leesboek en/of spellingsopdracht (bureau)

Waarom is het gebruik van leestekens en hoofdletters belangrijk?

1. Dan kan een ander je tekst gemakkelijker lezen.
2. Dat hoort bij de taalregels.
3. Dan kan een ander je tekst sneller lezen.

Waar staan de juiste leestekens en hoofdletters?

1. 'Pas op voor de sloot Jan!' zei Jans moeder.
2. Pas op voor de sloot Jan! Zei Jans moeder.
3. 'Pas op voor de sloot, Jan!' zei Jans moeder.
4. 'Pas op voor de sloot, Jan!' Zei Jans moeder.

Waar staan de juiste leestekens en hoofdletters?

1. De prijs voor de koffie is incl. belasting toch!
2. De prijs voor de koffie is incl belasting, toch?
3. De prijs voor de koffie is incl. Belasting toch?
4. De prijs voor de koffie is incl. belasting, toch?

Waar staan de juiste leestekens en hoofdletters?

1. Piet vroeg: 'Wil je mij de zout aangeven!'
2. Piet vroeg: 'Wil je mij de zout aangeven?'
3. Piet vroeg: Wil je mij de zout aangeven?
4. Piet vroeg: 'Wil je mij de zout aangeven?

Welke zin is juist?

1. Teveel informatie noem je 'infobesitas'.
2. Te veel informatie noem je infobesitas.
3. Te veel informatie noem je 'infobesitas'.

In welke zin staan de leestekens juist?

1. Ik riep haar, omdat ze mijn telefoon nog had.
2. Ik riep haar, omdat ze mijn telefoon nog had!
3. Ik riep haar omdat, ze mijn telefoon nog had.
4. Ik riep haar omdat, ze mijn telefoon nog had.

Hoe heet dit leesteken?
's nachts

1. luchtkomma
2. aerostrof
3. citeerkomma
4. apostrof

Welke zin klopt?

1. Ik vroeg me af wie er meeging naar de Mac.
2. Ik vroeg me af wie er meeging naar de Mac?

Waar kloppen de leestekens?

1. Bert als je af bent mag je gaan zitten.
2. Bert, als je af bent mag je gaan zitten.
3. Bert, als je af bent, mag je gaan zitten.
4. Bert als je af bent, mag je gaan zitten.

Een ander woord voor het gebruik van leestekens is...

1. punctueel
2. interpunctie
3. interpunctueel
4. publicatie

Waar kloppen de leestekens?

1. We eten, aardappelen, boontjes, en vlees.
2. We eten aardappelen, boontjes, en vlees.
3. We eten: aardappelen, boontjes en vlees.
4. We eten aardappelen boontjes en vlees.

Waar kloppen de leestekens?

1. Bert als je klaar bent mag je gaan.
2. Bert, als je klaar bent mag je gaan.
3. Bert, als je klaar bent, mag je gaan.
4. Bert als je klaar bent, mag je gaan.

Waar kloppen de leestekens?

1. De bosmaaier start niet; de accu is leeg.
2. De bosmaaier start niet, de accu is leeg.
3. De bosmaaier start niet de accu; is leeg.
4. De bosmaaier start niet: de accu is leeg.

Waar kloppen de leestekens?

1. Sanne zegt: Mijn fiets staat nog op school.
2. Sanne zegt: 'Mijn fiets staat nog op school'.
3. Sanne zegt: 'Mijn fiets staat nog op school'
4. Sanne zegt: 'Mijn fiets staat nog op school.'

Wat is juist?
Let op de leestekens

1. Mijn tante die Jet heet, komt altijd te laat.
2. Mijn tante, die Jet heet, komt altijd te laat.
3. Mijn tante die Jet heet komt altijd te laat.

Let op de leestekens. Wat is correct?

1. Afgelopen zomer was het vochtig: het regende vaak.
2. Afgelopen zomer was het vochtig; het regende vaak.
3. Afgelopen zomer was het vochtig, het regende vaak.
4. Afgelopen zomer was het vochtig. Het regende vaak.

Kloppen de leestekens?

1. Als jullie klaar zijn mogen jullie gaan ?
2. Als jullie klaar zijn, mogen jullie gaan !

Spelling verbeteren?

www.beterspellen.nl

Elke dag 3 quizvragen

2F