H2L7 - 1THE - Vrijdag 8 december - 2.9 Spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Welkom 1THE

 : )

Planning van het uur

• Tien minuten stillezen
• Huiswerk bespreken
  
• Uitleg spelling
• Zelfstandig werken 
  

Aan het einde van deze les

• heb je herhaald waar en wanneer je een punt en komma goed plaatst; 
• heb je geleerd hoe je de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spelt. 

Toetsen en opdrachten die eraan komen: 

• Eindopdracht gespreksvaardigheid (komende dinsdag)
• SO Spelling 1.9 en 2.9 (week na de kerstvakantie)
• Repetitie hoofdstuk 2 (toetsweek) 

Huiswerk bespreken

Wat	Huiswerk bespreken (opdracht 1 van 2.9 Spelling)
Hoe	Klassikaal
Hulp	Steek je vinger op als je een vraag hebt
Tijd	Ongeveer vijf minuten
Uitkomst	Deze leerstof komt terug in je boekopdracht
Klaar	Hierna gaan we verder met de les

Leestekens toevoegen

 Mijn moeder kookt elke dag weer van die lekkere uitgebreide verse maaltijden Als ze een nieuw kookboek gekocht heeft eten we de hele week speciale en lekkere dingen

Zij beet hem in zijn hand.

Wat voor soort werkwoord is 'beet'?

1. Sterk werkwoord
2. Zwak werkwoord
3. Onregelmatig werkwoord

Soorten werkwoorden

1. sterk

• hebben hun eigen vorm in de verleden tijd (stoer en sterk)
• klinker verandert in de verleden tijd
• voltooid deelwoord eindigt meestal op -en 

dragen - droegen

2. zwak of regelmatig

- worden altijd hetzelfde vervoegd als hééél veel andere werkwoorden (saaai en slap)

- eindigen op -de en -te in de verleden tijd

spelen - speelden

3. onregelmatig

zijn - waren

De koe graasde in het weiland.

Wat voor soort werkwoord is 'graasde'?

1. Sterk werkwoord
2. Zwak werkwoord
3. Onregelmatig

De koe liep in het weiland.

Wat voor soort werkwoord is 'graasde'?

1. Sterk werkwoord
2. Zwak werkwoord
3. Onregelmatig

Ik gaf hem het boek.

Wat voor soort werkwoord is 'gaf'?

1. Sterk werkwoord
2. Zwak werkwoord
3. Onregelmatig

De lucht is blauw.

Wat voor soort werkwoord is 'is'?

1. Sterk werkwoord
2. Zwak werkwoord
3. Onregelmatig

Hij danste door de kamer.

Wat voor soort werkwoord is 'danste'?

1. Sterk werkwoord
2. Zwak werkwoord
3. Onregelmatig

Het schip deinsde over de golven.

Wat voor soort werkwoord is 'deinsde'?

1. Sterk werkwoord
2. Zwak werkwoord
3. Onregelmatig

De dag begon al goed.

Wat voor soort werkwoord is 'begon'?

1. Sterk werkwoord
2. Zwak werkwoord
3. Onregelmatig

Sterke werkwoorden: hoe spel je ze?

• Zoals je ze hoort 
• Persoonsvorm: zo kort mogelijk
• Twijfel je over een -d of een -t? Maak dan de persoonsvorm langer (stond - stonden en niet stonten) 

Schrijf de zin over met het werkwoord in de verleden tijd:

'Zijn ziekte [worden] de laatste jaren steeds erger.'

Sterke werkwoorden: hoe spel je ze?

• Zoals je ze hoort 
• Persoonsvorm: zo kort mogelijk
• Twijfel je over een -d of een -t? Maak dan de persoonsvorm langer (stond - stonden en niet stonten) 

Schrijf de zin over met het werkwoord in de verleden tijd:

'Hij [bestaan] toen nog niet eens.'

Sterke werkwoorden: hoe spel je ze?

• Zoals je ze hoort 
• Persoonsvorm: zo kort mogelijk
• Twijfel je over een -d of een -t? Maak dan de persoonsvorm langer (stond - stonden en niet stonten) 

Schrijf de zin over met het werkwoord in de verleden tijd:

Het meisje [houden van] al dertig jaar [...] hem.

Profiel

• Je doet alsof je een social-media-profiel maakt van de hoofdpersoon van jouw boek
  
   
• Je vult een Word-bestand in (downloaden via Som)
• Je levert het bestand uitgeprint in 
• Inleveren: dinsdag 5 maart

                   Individueel werken 

Wat	Maak opdracht 3 en 4 van 2.9 Spelling
Hoe	Individueel, in stilte
Hulp	Docent
Tijd	Tot het einde van de les
Uitkomst	Deze leerstof komt terug op de repetitie
Klaar	Werk vooruit: - Lees de leertekst 'Meervoud zelfstandige naamwoorden 1' (bladzijde 125) - Maak opdracht 5 t/m 8 van 2.9 Spelling Of lees in je leesboek of werk aan je profielopdracht.

Samenvatting van de les

Jij

• hebt herhaald waar en wanneer je een punt en komma goed plaatst;
  
• hebt geleerd hoe je de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spelt. 

Huiswerk

Maak opdracht 3 en 4 van 2.9 Spelling
Vooruit werken? 

- Lees de leertekst 'Meervoud zelfstandige naamwoorden 1' (bladzijde 125)

- Maak opdracht 5 t/m 8 van 2.9 Spelling

Stillezen

Wat	Lees in stilte in je leesboek
Hoe	Individueel
Hulp	Geen
Tijd	35 minuten
Uitkomst	Over dit boek ga jij jouw profielopdracht maken

Wat is het meervoud van giraffe?

1. giraffe's
2. giraffes

Wat is het meervoud van café?

1. café's
2. cafés

Wat is het meervoud van baby?

1. baby's
2. babys
3. babies

Wat is het meervoud van display?

1. display's
2. displays

Wat is het meervoud van paraplu?

1. paraplu's
2. paraplus

Wat is het meervoud van etui?

1. etui's
2. etuis

Zelfstandig naamwoord

Wat was dat ook alweer?

Zelfstandig naamwoord: meervoud

• - en erachter > boek-boeken
• -s erachter > drempel-drempels
• -'s erachter > piano - piano's

• Woord eindigt op een medeklinker 
  
• Woord eindigt op een -e
  
• Woord eindigt op meerdere klinkers

Voorbeeld:

computer - computers

garage - garages

kusje - kusjes

cadeau - cadeaus

display - displays

• Woord eindigt op één klinker (a, o, u, i, y)

• Afkortingen van zelfstandige naamwoorden

Voorbeeld:

kassa - kassa's 

 paraplu - paraplu's

taxi - taxi's 

 auto - auto's

wc - wc's

s

's

Tip

Lees het woord hardop voor en let op de klank

Hij [vond/vont] dat een goed idee

1. vond
2. vont