Basis 5: signaalwoorden en functiewoorden

Terugblik
Tekstverbanden geven een verband aan.

Dit kan een verband zijn tussen zinnen of tussen alinea's.

Deze verbanden herken je aan signaalwoorden.



1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Terugblik
Tekstverbanden geven een verband aan.

Dit kan een verband zijn tussen zinnen of tussen alinea's.

Deze verbanden herken je aan signaalwoorden.



Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Signaalwoorden in een tekst
Wanneer je googelt op 'zelftest corona', kom je direct meerdere online aanbieders tegen die beloven dat ze je kunnen vertellen of je al besmet bent geweest met het COVID-19-virus. Instanties waarschuwen echter voor dit soort tests: ze zouden ertoe kunnen leiden dat mensen ten onrechte denken dat ze immuun zijn voor het virus en de maatregelen ertegen minder goed naleven.
De GGD gebruikt een zogenoemde PCR-test wanneer bijvoorbeeld een zorgmedewerker of iemand uit een risicogroep besmet is. Deze test is alleen zinvol op het moment dat iemand mogelijk besmet en kan je niet vertellen of je in het verleden COVID-19 hebt gehad.
Daarnaast maakt bijvoorbeeld bloedbank Sanquin gebruik van een serologische test om te kijken hoe wijdverspreid het coronavirus in Nederland is. Veel van de online aangeboden zelftests zijn ook serologische tests.                                                                           Bron: nu.nl - 6 mei 2020

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Door verbanden tussen zinnen en deelonderwerpen wordt een tekst begrijpelijk te lezen

Verbanden worden vaak aangegeven door signaalwoorden

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke tekstverbanden ken je?

Slide 4 - Carte mentale

  • opsommend
  • tegenstellend
  • chronologisch
  • oorzakelijk
  • toelichtend
  • voorwaardelijk
  • vergelijkend
  • redengevend
  • doel-middel
  • toegevend
  • samenvattend
  • concluderend
opsomming
tegenstelling
oorzaak - gevolg
voorwaarde
doel-middel
vergelijking
concluderend
argument
mits
daarentegen
bovendien
zodat
dus
daarvoor
zoals
daarom

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hij is even groot als ik.
Signaalwoord en tekstverband?
A
signaalwoord: als tekstverband: uitleggend
B
signaalwoord: als tekstverband: vergelijking
C
signaalwoord: als tekstverband: doel - middel
D
signaalwoord: als tekstverband: samenvattend

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ook wordt er geen beveiligde verbinding gebruikt tijdens het bestellen.

' Ook' is een
A
redengevend signaalwoord
B
opsommend signaalwoord
C
tegenstellend signaalwoord
D
oorzakelijk signaalwoord

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

signaalwoord + verband:
Grote schoonmaak
Opruimen is niet mijn sterkste kant. Rotzooi maken kan ik daarentegen wel goed.

A
Rotzooi - signaalwoord opsomming
B
Grote - signaalwoord toelichting
C
daarentegen - signaalwoord tegenstelling
D
Goed - signaalwoord voorbeeld

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor voorbeeld?
A
toch
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Signaalwoord: waarmee

Tekstverband
A
vergelijking
B
doel-middel
C
reden
D
conclusie

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het signaalwoord "daarnaast" hoort bij tekstverband:
A
tijdsvolgorde
B
opsomming
C
tegenstelling

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Signaalwoorden
Signaalwoorden in een tekst zorgen voor structuur, samenhang en verbinding

Deze woorden geven je een signaal over de functie van de tekst of het tekstdeel.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions