+3.4 HERH WWG met te

Lesdoel:
- Kun je werkwoorden (ww) en persoonsvormen (PV) in een zin benoemen
- Werkwoordelijk gezegde (WWG) met te benoemen
inloggen
blz: 119
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Lesdoel:
- Kun je werkwoorden (ww) en persoonsvormen (PV) in een zin benoemen
- Werkwoordelijk gezegde (WWG) met te benoemen
inloggen
blz: 119

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een werkwoord?

Slide 2 - Question ouverte

Alles wat je kan doen
Wat is de persoonsvorm?

Slide 3 - Question ouverte

Een werkwoord
Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de persoonsvorm in de zin?
Tante Jo loopt over de straat
A
Tante Jo
B
loopt
C
over de
D
straat

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de persoonsvorm in de zin?
Anne benoemt de dieren
A
De dieren
B
Benoemen
C
benoemt
D
Anne

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een werkwoord?
A
De
B
leven
C
allebei
D
over

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een werkwoord?
A
springen
B
rennen
C
koken
D
kijken

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een werkwoord?
A
is
B
jij
C
mooi
D
groot

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een werkwoord?
A
Weg
B
wat
C
opdracht
D
zijn

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in een zin!

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de persoonsvorm in de zin?
Joop heeft een griepje opgelopen

Slide 12 - Question ouverte

heeft
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin?
Joop heeft een griepje opgelopen

Slide 13 - Question ouverte

heeft opgelopen
Joop heeft een griepje opgelopen
pv: heeft
wwg: heeft opgelopen
Wat is het onderwerp?

Slide 14 - Diapositive

Ond: Joop
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Lies leerde Lotje lopen

Slide 15 - Question ouverte

leerde
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin?
Liesje leerde Lotje lopen

Slide 16 - Question ouverte

Leerde lopen
Liesje leerde lopen
PV: leerde
WWG: leerde lopen

Wat is het onderwerp?

Slide 17 - Diapositive

ond: Liesje

Wie leerde lopen?

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken 
blok 3, grammatica, opdracht 11 t/m 14. blz: 119 en verder
Klaar? Verder met blok 3, grammatica, opdracht 15 t/m 19.
Hoe: je maakt en leert dit alleen of in stil overleg met je buur. Docent loopt rond.
Tijd: tot 5 minuten voor het eind van de les.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende les 3.6
Zelfstandig naamwoord
en lidwoord

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evaluatie
Evaluatie

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evaluatie
A
ja
B
met hulp
C
soms
D
ik snap er niks van

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions