7. Thyreomimetica, antidiabetica en parasympathiolytica

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 3

7. thyreo-mimetica, antidiabetica en parasympatio-lytica

Doktersassistenten

Leerjaar 3, periode 2

Farmacologie deel F

J. Witte, MED--

Leerdoelen

1. Ik kan uitleggen wat er met het lichaam gebeurt als de schildklier niet goed werkt (focus op hypothyreoïdie) en hoe dat behandeld kan worden met levothyroxine  .

2. Ik kan uitleggen wat diabetes mellitus is (focus op type 2) en hoe dit behandeld kan worden met antidiabetica .

Leerdoelen

3. Ik kan uitleggen wat er in het lichaam gebeurt bij COPD en astma (focus op de bronchiën) en hoe dit behandeld kan worden met luchtwegverwijdende medicatie

Lesboek

Anatomie en fysiologie

12.3.2. De schildklier

12.3.3. hormonen van de schildklier

12.3.4. schildklierproblemen

12.3.5. hyperthyreoïdie

12.3.6. hypothyreoïdie

Lesboek

Anatomie en fysiologie

8.5.5. Suikerstofwisseling

8.6.2. Soorten klierweefsel 

5.3. Onderste luchtwegen

Lesboek

Pathologie:

4.2. Aandoeningen van de schildklier

4.4. diabetes mellitus

5.3. Astma

5.4. COPD

Bij een hypothyreoïdie is er sprake van een ...........schildklier

1. te snel werkende
2. te traag werkende
3. ontsteking aan de
4. maligne tumor van de

Bij een hypothyreoïdie wijkt af.......in het bloed

1. concentratie T4/T3
2. concentratie TSH
3. concentratie insuline
4. concentratie insuline

Een patiënt met een hypothyreoïdie heeft last van

1. te warm hebben
2. opgejaagd gevoel
3. diarree
4. aankomen in gewicht

Waarom is bij hypothyreoïdie vaak de conc. TSH in het bloed verhoogd?

1. T4 wordt omgezet in TSH
2. de schildklier maakt meer TSH
3. stimulatie schildklier door hypofyse
4. de alvleesklier maakt meer TSH

Diabetes mellitus type 2 komt voor bij

1. alleen bij ouderen
2. bij ouderen, mensen met overgewicht
3. alleen bij zwangeren
4. alleen bij jongeren

Diabetes mellitus type 2 wordt behandeld met geneesmiddelen die

1. de cellen gevoeliger maken voor insuline
2. voeding met extra glucose
3. insuline
4. adrenaline

Wanneer moet een patiënt met DM type 2 insuline gebruiken?

1. alvleesklier is uitgeput door orale behandeling
2. bij therapie ontrouw
3. als type 2 verergert en type 1 wordt
4. als type 2 ontstaat op jonge leeftijd

Bij inspanning zullen de spiertjes om de bronchiën en bronchiolen

1. zich samentrekken
2. zich ontspannen
3. zich langdurig verkrampen
4. verlammen

Bij astma ...........de spiertjes rond de bronchiën en bronchiolen

1. verlammen
2. verkrampen
3. pulseren
4. verdikken (atrofie)

FK: levothyroxine

1. Waarom zijn er zoveel verschillende doses leverbaar?

2. Hoe moet dit middel bij de start gedoseerd worden?

3. Hoe wordt bepaald welke dosis de onderhoudsdosering is?

4. Hoe weet je wanneer de dosis te hoog is?

5. Hoe moeten volwassenen dit middel innemen?

6. Hoe weet je of een patiënt overgevoelig is voor dit middel?

FK: levothyroxine

7. Hoe beïnvloeden middelen tegen maagklachten de opname van dit middel?

8. Waarom moet een patiënt die dit middel gebruikt oppassen met vezelrijke voeding en sojaproducten?

9. Hoe moet de dosis van dit middel aangepast worden als de patiënt ook de anticonceptiepil gebruikt?

10. Mag een zwangere dit middel gebruiken?

FK: levothyroxine

11. Mag je dit middel als DA herhalen? Zo ja, onder welke voorwaarden?

FK: metformine

1. Wat betekent metformine 'SR' ?

2. Kan het gebruik van metformine in sommige gevallen ook voorkomen worden? Hoe dan?

3. Welke patiënten komen in aanmerking voor metformine in plaats van gliclazide?

4. Welk middel wordt ingezet als metformine en gliclazide niet voldoende effect hebben?

FK: metformine

5. Waarom wordt metformine SR niet vaak voorgeschreven?

6. Hoe kunnen maag-darm klachten bij het begin van de behandeling voorkomen worden?

7. Meest voorkomende bijwerkingen?

8. Wat is het advies voor gebruik van metformine tijdens de zwangerschap?

9. Wanneer kan cumulatie optreden van metformine?

FK: metformine

10. Welke groepen geneesmiddelen kunnen de bloedsuikerspiegel bij gebruik van metformine verhogen? Noem uit elke groep één naam van een geneesmiddel.

11. Welke groep geneesmiddelen kan de bloedsuikerspiegel bij gebruik van metformine verlagen? Noem één naam van een geneesmiddel.

FK: metformine

12. Hoe moet omgegaan worden met dit middel rondom een operatie?

13. Mag je dit middel als DA herhalen? Zo ja, onder welke voorwaarden?

FK: salbutamol (aerosol)

1. Welke toedieningsvormen zijn beschikbaar?

2. Specialité naam?

3. Hoe kan een astma- en COPD patiënten het aantal banauwdheidsaanvallen verminderen zonder medicatie?

4. Welke soort medicatie is de onderhoudsmedicatie bij astma? (dat is dus niet salbutamol).

FK: salbutamol (aerosol)

5. Het inhaleren van deze medicatie gaat vaak niet goed. Wat kan je als doktersassistent aanraden?

6. Zie 'indicaties'. Wat wordt bedoeld met een 'exacerbatie'?

7. Meest voorkomende bijwerkingen?

8. Waarom zou je het gebruik van dit middel vóór het slapen gaan willen voorkomen/ beperken? Wat kan een alternatief zijn?

FK: salbutamol (aerosol)

9. Wat moet er gebeuren als de patiënt steeds vaker dit middel gaat gebruiken? Welke bijwerkingen zien we dan?

10. Zie 'waarschuwingen': wat zijn een paradoxale brocho- spasmen? Wat gebeurt er dan?

11. Welke effect heeft dit middel op het lichaam?

12. Hoe is de excretie van dit middel?

 voorwaarden?

FK: salbutamol (aerosol)

13. Wat is de werkingsduur?

14. Mag je dit middel als DA herhalen? Zo ja, onder welke voorwaarden?

levothyroxine

metformine

salbutamol

Wat vond je van deze les?

😒🙁😐🙂😃