Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
DEUTSCH: haben, sein und die Farben
Je
kent
de
kleuren
in
het
Duits.
Je kent de
persoonlijke voornaamwoorden.
Je kent de werkwoorden '
haben
' & '
sein
'.
1 / 41
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Cette leçon contient
41 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Je
kent
de
kleuren
in
het
Duits.
Je kent de
persoonlijke voornaamwoorden.
Je kent de werkwoorden '
haben
' & '
sein
'.
Slide 1 - Diapositive
even herhalen
Slide 2 - Diapositive
ich
du
sie
er
es
man
wir
ihr
sie
u
IK
U
ZIJ MV.
JULLIE
WIJ
MEN
HET
ZIJ EV.
HIJ
JIJ
Slide 3 - Question de remorquage
'haben' en 'sein'
Dat zijn de werkwoorden hebben en zijn. Deze heb je in bijna iedere zin nodig. Pak je overzicht in je schrift erbij en leer de rijtjes.
Slide 4 - Diapositive
Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
Slide 5 - Question de remorquage
Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
Slide 6 - Question de remorquage
Haben: ich
A
habe
B
hast
C
habt
Slide 7 - Quiz
Sein: du
A
bist
B
bin
C
sind
D
hast
Slide 8 - Quiz
haben: wir
A
habt
B
habe
C
haben
D
sind
Slide 9 - Quiz
sein: ihr
A
sind
B
seit
C
seid
D
ist
Slide 10 - Quiz
haben: ihr
A
haben
B
habt
C
habe
D
hast
Slide 11 - Quiz
sein: Sie
A
seid
B
ist
C
sind
D
war
Slide 12 - Quiz
haben: sie (mv)
A
habt
B
haben
C
hat
D
sind
Slide 13 - Quiz
Wie alt (bent u)?
(Hij is) 13 Jahre alt.
Wo (ben jij) geboren?
(Ik ben) in Berlin geboren.
(Het is) eine schöne Stadt.
sind Sie
er ist
bist du
ich bin
es ist
Slide 14 - Question de remorquage
Doel:
Je
kent
de
kleuren
in
het
Duits
.
Slide 15 - Diapositive
Welke kleuren ken je in het Duits?
Slide 16 - Question ouverte
Sleep de Duitse woorden naar de juiste kleuren.
gelb
blau
schwarz
grau
rot
grün
weiß
orange
rosa
braun
Slide 17 - Question de remorquage
Farben:
kleuren, lichte kleuren, donkere kleuren
hell = licht
dunkel = donker
Bijvoorbeeld:
donderblauw = dunkelblau
lichtgeel = hellgelb
die dunkelgrüne Jacke
eine hellblaue Jeans
Slide 18 - Diapositive
blauw
Vertalen in het Duits
Slide 19 - Question ouverte
rood
Vertalen in het Duits
Slide 20 - Question ouverte
donkerpaars
Vertalen in het Duits
Slide 21 - Question ouverte
bruin
Vertalen in het Duits
Slide 22 - Question ouverte
lichtblauw
Vertalen in het Duits
Slide 23 - Question ouverte
donkergroen
Vertalen in het Duits
Slide 24 - Question ouverte
Welke kleur zie je?
(in het Duits opschrijven)
Slide 25 - Question ouverte
Welke kleur zie je?
(in het Duits opschrijven)
Slide 26 - Question ouverte
Welke kleur zie je?
(in het Duits opschrijven)
Slide 27 - Question ouverte
Welke kleur zie je?
(in het Duits opschrijven)
Slide 28 - Question ouverte
Welke kleur zie je?
(in het Duits opschrijven)
Slide 29 - Question ouverte
Meine Kleidung
Welke kleur heeft de blouse?
Beantwoord in de volgende dia.
Slide 30 - Diapositive
Welke kleur heeft de blouse?
A
dunkelblau
B
hellgrün
C
gelb
D
dunkelrot
Slide 31 - Quiz
Meine Kleidung
Welke kleur hebben de schoenen?
Beantwoord in de volgende dia.
Slide 32 - Diapositive
Welke kleur hebben de schoenen?
A
blau
B
schwarz
C
gelb
D
rot
Slide 33 - Quiz
Meine Kleidung
Welke kleur heeft het T-shirt?
Beantwoord in de volgende dia.
Slide 34 - Diapositive
Welke kleur heeft het T-shirt?
A
blau
B
schwarz
C
rosa
D
rot
Slide 35 - Quiz
Meine Kleidung
Welke kleur heeft de trui?
Beantwoord in de volgende dia.
Slide 36 - Diapositive
Welke kleur heeft de trui?
A
dunkelgrün
B
dunkelrot
C
hellgrün
D
weiß
Slide 37 - Quiz
Meine Kleidung
Welke kleur heeft de broek?
Beantwoord in de volgende dia.
Slide 38 - Diapositive
Welke kleur heeft de broek?
A
dunkelblau
B
schwarz
C
hellgrün
D
hellbraun
Slide 39 - Quiz
Gut gemacht!
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
K1 persoonlijk voornaamwoord & werkwood sein
Septembre 2019
- Leçon avec
14 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
haben/sein + pers.vnw
Novembre 2019
- Leçon avec
21 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Kapitel 2 1kgt
Janvier 2021
- Leçon avec
38 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Das Verb haben und sein
Décembre 2022
- Leçon avec
44 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1,2
Kapitel 2 Woche 42 Grammatik, Sprechen
Septembre 2020
- Leçon avec
31 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
h4_wdh_ haben + sein
Septembre 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
a2/h2_spel_ haben + sein
Août 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
m2e 4 dec
Décembre 2023
- Leçon avec
39 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1