Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
Seksualiteit
Slide 1 - Diapositive
Wat is seksualiteit?
Wat heeft invloed op seksualiteit?
Slide 2 - Diapositive
Wat vind je belangrijk als we met elkaar praten over relaties en seksualiteit?
Slide 3 - Question ouverte
Met wie zou jij over seksualiteit willen praten?
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Vidéo
Zou jij met je ouders praten over seks(ualiteit)?
Ja
Nee
Slide 6 - Sondage
Ontdek wie je bent
Slide 7 - Diapositive
Verschillen jongens en meisjes
Slide 8 - Carte mentale
jongen/meisje
Sekse
Gender
Genderidentiteit
Genderexpressie
Slide 9 - Diapositive
jongen/meisje
Sekse = biologische kenmerken (lichaam)
Gender = wat de maatschappij als mannelijk of vrouwelijk ziet (verwachtingen/rollen)
Genderidentiteit = hoe je je van binnen voelt
Genderexpressie = hoe je je gedraagt/kleedt
Slide 10 - Diapositive
Wie ben ik?
Kun je aan iemands uiterlijk zien welk gender ze hebben?
Wie ben ik?
Slide 11 - Diapositive
Genderidentiteit
Dit is hoe je jezelf van binnen voelt.
Voel je je man, vrouw, geen van beide of iets ertussenin?
Het staat los van je biologische sekse.
Slide 12 - Diapositive
Kun je aan iemands uiterlijk zien welke genderidentiteit ze hebben?
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quiz
Genderexpressie
Genderexpressie is hoe iemand zich kleedt, beweegt en gedraagt om zijn gender te uiten.
Slide 14 - Diapositive
Kun je genderexpressie hebben zonder dat het iets zegt over je genderidentiteit?
A
ja
B
nee
Slide 15 - Quiz
Welke dingen worden vaak als ‘mannelijk’ of ‘vrouwelijk’ gezien in kleding en gedrag?
Slide 16 - Question ouverte
Ken je beroemdheden die genderexpressie op een unieke of diverse manier gebruiken?
Slide 17 - Question ouverte
Harry Styles
Billie Eilish
Slide 18 - Diapositive
Hoe vrij voel jij je om je eigen genderexpressie te laten zien?
Slide 19 - Sondage
Hoe reageren we op complimenten?
Soms is het verrassend hoe we ons voelen of hoe we reageren wanneer iemand zegt dat we mooi zijn.
Dit heeft niet alleen te maken met hoe we onszelf zien, maar ook met hoe anderen ons zien.
Dit beïnvloedt relaties, aantrekkingskracht en hoe we onszelf zien.
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Vidéo
Wat was de reactie van de leerlingen?
Wat zou jouw reactie zijn?
Slide 22 - Diapositive
Wat heb je geleerd?
Belangrijkste inzichten:
Genderexpressie gaat over uiterlijk en gedrag, niet over iemands genderidentiteit.
Iedereen kan zich kleden en gedragen zoals die wil.
Denk na voordat je oordeelt op basis van uiterlijk.
Geef complimenten!
Slide 23 - Diapositive
Verliefdheid
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Vidéo
Verliefd zijn hoort bij seks(ualiteit).
Waar
Niet waar
Slide 26 - Sondage
Zoenen is gewoon leuk en heeft niets met verliefdheid te maken.
Waar
Niet waar
Slide 27 - Sondage
Oudere mensen zijn niet meer verliefd.
Waar
Niet waar
Slide 28 - Sondage
Liefde maakt blind!
Waar
Niet waar
Slide 29 - Sondage
Je kunt op iedereen verliefd worden.
Waar
Niet waar
Slide 30 - Sondage
Verliefdheid is leuk!
Waar
Niet waar
Slide 31 - Sondage
Jongen/meisje in relaties
85-95% identificeert zich als heteroseksueel
3-5% identificeert zich als homoseksueel (gay of lesbisch)
1-4% identificeert zich als biseksueel, panseksueel of anders
Slide 32 - Diapositive
Ons beeld van homoseksualiteit of transgenders is vaak gevormd door wat we op internet of televisie zien, maar klopt dat beeld eigenlijk wel?
Wat is jouw beeld?
Hoe is dat beeld gevormd, denk je?
Slide 33 - Diapositive
Seksuele oriëntatie
Seksuele oriëntatie gaat over op wie je verliefd wordt of tot wie je je aangetrokken voelt. Bijvoorbeeld:
Heteroseksueel: Verliefd op het andere geslacht.
Homoseksueel (gay/lesbisch): Verliefd op hetzelfde geslacht.
Biseksueel: Verliefd op beide geslachten.
Panseksueel: Verliefd op mensen, los van geslacht.
Aseksueel: Voelt geen (of weinig) seksuele aantrekkingskracht.
Slide 34 - Diapositive
Kun je aan iemand zien op wie hij verliefd wordt of tot wie hij zich aangetrokken voelt?
Slide 35 - Question ouverte
Waarom is het belangrijk dat iedereen zichzelf kan zijn?
Slide 36 - Question ouverte
Je omgeving bepaalt op wie je valt.
Eens
Slide 37 - Sondage
Iedereen moet open kunnen zijn over wie ze leuk vinden.
Eens
Niet eens
Slide 38 - Sondage
Je kunt veranderen op wie je valt.
Eens
Niet eens
Slide 39 - Sondage
Liefde en relaties zijn voor iedereen anders.
Eens
Niet eens
Slide 40 - Sondage
Wat weet jij van hormonen?
Slide 41 - Diapositive
Slide 42 - Vidéo
Tussen 10 en 16 jaar wordt het lichaam gemiddeld 22 kilo zwaarder.
Waar
Niet waar
Slide 43 - Sondage
De stem van zowel jongens als meisjes wordt zwaarder tijdens de puberteit (10 en 16 jaar).
Waar
Niet waar
Slide 44 - Sondage
Tussen 10 en 16 jaar wordt het lichaam gemiddeld 10 centimeter langer.
Waar
Niet waar
Slide 45 - Sondage
De heftige emoties/gevoelens die jongens en meisjes voelen, hebben te maken met hormonen.
Waar
Niet waar
Slide 46 - Sondage
Rond het zevende jaar neemt de hoeveelheid hormonen toe in het lichaam.
Waar
Niet waar
Slide 47 - Sondage
Het lichaam van een jongen is volwassen als hij 16 jaar is.
Waar
Niet waar
Slide 48 - Sondage
Het lichaam van een meisje is volwassen als zij 15 jaar is.
Waar
Niet waar
Slide 49 - Sondage
Ieder mens heeft geurstoffen om een partner te lokken.
Waar
Niet waar
Slide 50 - Sondage
Hormonen
Testosteron- ́mannelijk ́ hormoon, omdat het mannelijk geslacht hier gemiddeld meer van heeft dan de vrouw.
Oestrogeen - ́vrouwelijk ́ hormoon, omdat het vrouwelijk geslacht hier gemiddeld meer van heeft dan de man.
Hormonen = stoffen in je lichaam die voor groei en stofwisseling zorgen, je gedrag en karakter beïnvloeden en ervoor zorgen dat verschillende organen goed op elkaar zijn afgestemd.