Impro 22-6-23

Muziek aan? Loop door het lokaal. 

Muziek uit? Stop en groet de dichtstbijzijnde persoon op een bepaalde manier.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Muziek aan? Loop door het lokaal. 

Muziek uit? Stop en groet de dichtstbijzijnde persoon op een bepaalde manier.

Slide 1 - Diapositive

Bedenk drie willekeurige letters voor jezelf. Bijvoorbeeld: 

BOD

Slide 2 - Diapositive

Voeg samen in groepjes van drie personen.

Komt het niet uit? Dan twee personen.

Slide 3 - Diapositive

Verzin voor elkaar wat de letters betekenen. Bijvoorbeeld:
Bert, (de) Onredelijke Docent



naam                            eigenschap                      beroep

Slide 4 - Diapositive

Dit personage ben je vanaf nu.

Tot het moment dat je hoort dat je er even uit mag stappen.

Slide 5 - Diapositive

Hoe loopt jouw personage?

Slide 6 - Diapositive

Hoe groet jouw personage?
Wat voor stem heb je? 
En zeg je deftig 'goeiemorgen' 
of stoer 'yo!' ?

Slide 7 - Diapositive

Maak 2 rijen tegenover elkaar (met stoel).

Slide 8 - Diapositive

Rolinterview
Rij 1 begint met interviewen, rij 2 blijft in personage. Rij 2 wordt geïnterviewd. Geef antwoord op de vragen die je krijgt in personage. Degene die het scherm kan zien, begint met interviewen.
Hierna wissel je van stoel. 
timer
2:00

Slide 9 - Diapositive

Beide rijen schuiven 1 persoon op naar links. 

Slide 10 - Diapositive

Sterfscène
 Aan het einde van de minuut moet één personage gestorven zijn. De reden van sterven moet liggen in het soort personage dat jullie spelen. 
timer
1:00

Slide 11 - Diapositive

Beide rijen schuiven 1 persoon op naar links. 

Slide 12 - Diapositive

Wat zou jouw personage moeten opbiechten?

Rij 1 tegenover rij 2
Persoon in rij 1 begint.

Slide 13 - Diapositive

Denk aan: 
Definiëren wie-wat-waar
Oplossen conflict!
Subacties inzetten: slijmen, dreigen, deal sluiten, argumenten geven, straffen, ontwijken, etc.
Scène verlaten (afronden) met een logische reden

Slide 14 - Diapositive

Laat je personage los.

Slide 15 - Diapositive

Wat wordt er volgende week van je verwacht?
Je speelt een improvisatiescène met daarin een conflict dat opgelost moet worden (het beste één tussen jouw personage en die van de ander). Hierin moet de wie-wat-waar gedefiniëerd worden, het conflict opgelost d.m.v. het gebruik van subacties en de scène moet logisch worden afgerond.

Slide 16 - Diapositive

Wat krijg je voor je de scène begint?
Je krijgt van tevoren alleen te weten of je hoge of lage status speelt, wie jullie van elkaar zijn en waar jullie zijn. Dit moet je nog wel extra definiëren. De subacties (categorieën) blijven op het scherm staan.
Je wordt individueel beoordeeld.

Slide 17 - Diapositive

Oefenen + feedback

Slide 18 - Diapositive