SP_PA1_H3_Recap

• Spaans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

¡Hola!

We starten in 5 minuten met de les.

pagina 85

Je kan de woorden vinden op pagina 85.

la madre

el hijo

el abuelo

la hermana

el nieto

la sobrina

het nichtje

de moeder

de kleinzoon

de zus

de opa

de zoon

Verbo Tener

tener	hebben
yo tengo	ik heb
tú tienes	jij hebt
él/ella/usted tiene	hij/zij/u heeft
nosotros tenemos	wij hebben
vosotros tenéis	jullie hebben
ellos/ellas/ustedes tienen	zij hebben - u heeft (meervoud)

Vervoeging van het werkwoord tener

Yo (tener) trece anos

1. tengo
2. tiene
3. tienes
4. tenemos

Mis abuelos (tener) una casa grande

1. tengo
2. tiene
3. tienes
4. tenemos

Carmen y tú (tener) muchos deberes.

1. tengo
2. tiene
3. tienes
4. tenemos

Carlos y yo (tener)muchos amigos en el colegio.

1. tengo
2. tiene
3. tienes
4. tenemos

Cuántos anos (tener)tú?

1. tengo
2. tiene
3. tienes
4. tenemos

El adjetivo (Bron J)

- In het boek vind je altijd de mannelijke vorm van het bijvoeglijk naamwoord.

•  Veel mannelijke bijvoeglijk naamwoorden eindigen op -o.
• Bij de vrouwelijk vorm verandert de -o in -a. 
• In het meervoud komt er een -s achter. 

	mannelijk	vrouwelijk
enkelvoud	bonit o	bonit a
meervoud	bonit os	bonit as

pagina 32

Je kan de uitleg pagina 32.

El adjetivo 

- Bij de meeste andere bijvoeglijk naamwoorden gebruik je dezelfde vorm voor mannelijk en vrouwelijk. In het meervoud krijgen ze -s (na klinker) of -es (na medeklinker)

	mannelijk	mannelijk	vrouwelijk	vrouwelijk
ev	grande	azul	grande	azul
mv	grande s	azul es	grande s	azul es

pagina 32

Je kan de uitleg pagina 32.

Una casa...

1. pequeño
2. pequeña
3. pequeños
4. pequeñas

Los teléfonos

1. viejo
2. vieja
3. viejos
4. viejas

Los niños

1. inteligentos
2. inteligente
3. inteligentes
4. inteligentas

El coche...

1. rojo
2. roja
3. rojos
4. rojas

Un elefante...

1. grande
2. grandes
3. granda
4. grandas

Unas chicas...

1. alto
2. alta
3. altos
4. altas

Los posesivos posesivos

Wat bezittelijk voornaamwoord hoort bij...PADRES?

1. mi
2. mis
3. su

Wat bezittelijk voornaamwoord hoort bij...amigas?

1. mi
2. mis
3. su

Wat bezittelijk voornaamwoord hoort bij...GARAJE?

1. tu
2. tus
3. sus

Wat bezittelijk voornaamwoord hoort bij...ABUELOS?

1. nuestras
2. nuestros
3. su

¡A practicar! Vocabulario

Hacer click aquí:

https://wordwall.net/resource/14756208

https://wordwall.net/resource/12247234

TENER: https://wordwall.net/resource/14186307

Wat vond je van deze les?

😒🙁😐🙂😃