Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
dag 2
Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema Wonen.
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
1 / 18
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema Wonen.
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
Slide 1 - Diapositive
slordig
als iets niet netjes is;
als iemand niet netjes is;
Zin: Jouw kamer is
slordig
. Alle spullen liggen door elkaar.
Zin: Hij werkt
slordig
. Ik kan niet lezen wat hij schrijft.
Slide 2 - Diapositive
rommelig
Ander woord: slordig;
niet netjes;
de rommel;
Zin: Het bureau is
rommelig
. Alle papieren liggen door elkaar.
Slide 3 - Diapositive
opruimen
netjes maken;
de rommel weg doen;
Op de plaats leggen waar het hoort;
zin: De docent moet altijd de spullen van de leerlingen
opruimen
!
Slide 4 - Diapositive
prettig
iets wat een goed gevoel geeft;
als je plezier hebt;
als het fijn is;
Zin: Dit weekend wordt het mooi weer. De zon gaat schijnen. Dat vind ik
prettig
!
Slide 5 - Diapositive
het meubel
Een voorwerp in huis, bijvoorbeeld:
een tafel;
een stoel;
een kast;
zin:
De meubels
in mijn huis verschillen niet veel van elkaar.
Slide 6 - Diapositive
Ik ben altijd slordig.
Slide 7 - Sondage
In welke zin is het woord
prettig
goed gebruikt?
A
In het weekend ben ik naar de film geweest. De film was eng. Dat vond ik prettig.
B
In het weekend ben ik naar de film geweest. De film was saai. Dat vond ik prettig.
C
In het weekend ben ik naar de film geweest. De film was leuk. Dat vond ik prettig.
D
In het weekend ben ik naar de film geweest. De film was stom. Dat vond ik prettig.
Slide 8 - Quiz
Zoek een foto van een meubel.
Slide 9 - Question ouverte
In welke zin is het woord
opruimen
goed gebruikt?
A
Mijn kamer is slordig. Ik moet de kamer opruimen.
B
Mijn kamer is netjes. Ik moet de kamer opruimen.
C
Mijn kamer is mooi. Ik moet de kamer opruimen.
Slide 10 - Quiz
Maak een zin met het woord:
rommelig
Slide 11 - Question ouverte
Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!
Slide 12 - Diapositive
Mijn moeder zegt dat mijn kamer ......... is. Ik moet de kamer schoonmaken.
Slide 13 - Question ouverte
Wil je de keuken ..................? Het is vies.
Slide 14 - Question ouverte
Mijn vriend zegt dat ik ......... ben en nooit mijn spullen opruim.
Slide 15 - Question ouverte
Ik zou het ............. vinden als jullie naar mij luisteren!
Slide 16 - Question ouverte
De ............. in mijn kamer passen goed bij elkaar. Ze hebben dezelfde kleuren.
Slide 17 - Question ouverte
Zinnen maken
Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.
De woorden: het meubel, prettig, opruimen, rommelig, slordig
Slide 18 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
dag 3
Janvier 2024
- Leçon avec
18 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Bij mij thuis
Octobre 2024
- Leçon avec
31 diapositives
NT2
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1,2
wonen thema 3
Octobre 2024
- Leçon avec
33 diapositives
NT2
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1,2
Woensdag 8 september
Juillet 2022
- Leçon avec
43 diapositives
ANT2+
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 3
wonen thema 3
Décembre 2023
- Leçon avec
19 diapositives
NT2
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1,2
wonen thema 3
Juin 2023
- Leçon avec
20 diapositives
NT2
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1,2
DISK Thema 3 - les 1
Octobre 2024
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
ISK
dag 8
Janvier 2024
- Leçon avec
18 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1