* Mobiel is weg deze zit in één van de vakjes van de telefoontas
* Mobiel staat op vliegtuigstand of staat uit
* Hoofdstuk 1 paragraaf 2 blz. 13
* We gaan zo beginnen ...........
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4
Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Welkom bij Economie
Fijn dat jullie er weer zijn.
* Ga lekker zitten op je plek
* Mobiel is weg deze zit in één van de vakjes van de telefoontas
* Mobiel staat op vliegtuigstand of staat uit
* Hoofdstuk 1 paragraaf 2 blz. 13
* We gaan zo beginnen ...........
Slide 1 - Diapositive
Bespreken par 1
opdracht 9, 10 en 11
Slide 2 - Diapositive
Lesdoel:
Slide 3 - Diapositive
Afzet= aantal producten dat verkocht wordt in een bepaalde periode
Slide 4 - Diapositive
Inclusief btw
Slide 5 - Diapositive
BTW Tarieven
Slide 6 - Diapositive
Stel, jij koopt een nieuwe trui exclusief btw voor €75,00 euro. Je moet er nog 21% btw over betalen. Hoeveel btw betaal je? En hoeveel wordt dan de consumentenprijs die jij moet betalen?
Slide 7 - Question ouverte
Stel, jij koopt 10 kilo kaas exclusief btw voor €50,00 euro. Je moet er nog 9% btw over betalen. Hoeveel btw betaal je? En hoeveel wordt dan de consumentenprijs die jij moet betalen?
Slide 8 - Question ouverte
Exclusief btw
Slide 9 - Diapositive
Wat is BTW?
Het is belasting die de winkelier moet optellen bij het product of dienst. Het geld wat de consument aan BTW (belasting toegevoegde waarde) betaald, moet de winkelier weer afdragen aan de overheid.
Slide 10 - Diapositive
BelastingToegevoegdeWaarde
elk kwartaal (3 mnd) BTW afdragen aan belastingdienst
de klanten betalen wel BTW; dat moet de ondernemer afdragen aan de belastingdienst
na 3 maanden betaal je als ondernemer alle ontvangen BTW van je klanten, verminderd met je eigen betaalde BTW over de zakelijke inkoop.
Slide 11 - Diapositive
Omzet: verkoopopbrengst in een bepaalde periode
Slide 12 - Diapositive
De inkoopwaarde: het bedrag dat bedrijf heeft betaald voor de verkochte spullen
Slide 13 - Diapositive
Brutowinst
De omzet - de inkoopwaarde van de omzet = de brutowinst