Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Present simple or present continuous?
Slide 1 - Diapositive
Lesplan
- Opwarm oefening
- Uitleg (recap) over Present Simple & Present Continuous
- Zelfstandig werken
- Nakijken antwoorden
- Tijd over? Blooket!
Slide 2 - Diapositive
Lesdoel
Aan het eind van de les weet je hoe je de tegenwoordige tijd en de onvoltooid tegenwoorde tijd in een Engelse zin gebruikt.
Aan het eind van deze les begrijp je het verschil tussen deze twee werkwoordsvormen
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Present Continuous vs Present Simple
Slide 5 - Diapositive
Signaalwoorden: Woorden waaraan je kunt herkennen of iets de present simple of present continuous is.
Present Simple
Present Continuous
Always
Every day
Never
At the moment
Right now
Often
Sometimes
Look!
Slide 6 - Question de remorquage
Slide 7 - Diapositive
How to make the present continuous?
to be (zijn)
AM
ARE
IS
werkwoord
ING
+
+
I amlistening to the teacher right now.
Recap:
How to make the present continuous?
Slide 8 - Diapositive
Present simple or present continuous? Vul de juiste vorm in en gebruik de woorden tussen de haakjes. "________ that sitcom every night." (we - to watch)
Slide 9 - Question ouverte
Present simple or present continuous? Vul de juiste vorm in en gebruik de woorden tussen de haakjes. "_______ for the show right now." (they - to rehearse)
Slide 10 - Question ouverte
present simple or present continuous?
Look! The birds ... away!
A
fly
B
flying
C
are fly
D
are flying
Slide 11 - Quiz
Present simple or present continuous: I ______ to school every day.
A
walk
B
am walking
Slide 12 - Quiz
Present simple or present continuous? Vul de juiste vorm in en gebruik de woorden tussen de haakjes. "Although there is a script, _____ often _____." (the actors, to improvise)
Slide 13 - Question ouverte
Present simple or present continuous? Vul de juiste vorm in en gebruik de woorden tussen de haakjes. "______ never _____ my jokes." (Jimmy - to get)
Slide 14 - Question ouverte
Present simple or Present continuous: They _______ houses quite often.
A
move
B
are moving
Slide 15 - Quiz
Onregelmatige werkwoorden
Slide 16 - Diapositive
Zelfstandig werktijd
Wat: Maak opdracht 5, 6 en 7 op blz. 149 in je werkboek.
Hoe: Individueel en in stilte
Hulp: Hand opsteken
Tijd: 10 minuten
Klaar: Ga verder met de opdrachten op blz. 150 en 151
timer
10:00
Slide 17 - Diapositive
Nabespreken antwoorden
Let's check the answers :)
Slide 18 - Diapositive
Checkvraag: 'Wanneer gebruik je de tegenwoordige tijd (present simple) en wanneer gebruik je de onvoltooid tegenwoordige tijd (present continuous)?
Slide 19 - Question ouverte
Vorm een zin in de tegenwoordige tijd (present simple) en vorm een zin in de onvoltooid tegenwoordige tijd (present continuous)