H5: Oorzaken van de Opstand, Willem van Oranje & de Republiek

Thema 5: De tijd van ontdekkers en hervormers 
16e eeuw: 1500 -1600 n.Chr.               Vroegmoderne tijd                                     
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, k, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Thema 5: De tijd van ontdekkers en hervormers 
16e eeuw: 1500 -1600 n.Chr.               Vroegmoderne tijd                                     

Slide 1 - Diapositive

Deze les
 Oorzaken van de Opstand, Willem van Oranje & de Republiek

Aan het einde van de les:
  •  Kan je de begrippen ‘beeldenstorm, watergeuzen, Staten-Generaal, stadhouder, landvoogd, plakkaat van Verlatinghe, en republiek’ uitleggen.
  • Kan je de oorzaken van ontevredenheid in de Nederlanden opsommen.
  • Kan je jaartallen en gebeurtenissen aan elkaar koppelen door het maken van een tijdlijn over de Nederlandse Opstand.
  • Kan je de hoofdpersonen herkennen op afbeeldingen. 

Slide 2 - Diapositive

De Nederlandse Opstand 
In de eerste helft van de zestiende eeuw leefde Karel V, de koning van Spanje en vorst van de Nederlanden. 


  • Streng katholiek
  • Centralisatie: Het streven van vorsten om hun hele 
      gebied vanuit een hoofdstad te regeren.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

De Nederlandse Opstand 
De Nederlanden was een onderdeel van het Spaanse rijk onder Filips II. Onder Karel V hadden de Nederlandse gewesten (provincies) inspraak in het besturen van de regio.


  • Filips II schafte veel afspraken met de gewesten af.            
  • Filips II nam zelf ambtenaren aan om de gewesten te besturen. 
  • Gevolg: De edelen verloren veel macht                Grote ontevredenheid.


Staten-Generaal: Vertegenwoordigers van het gehele Nederlandse volk
(nu eerste en tweede kamer)

Slide 5 - Diapositive

De Nederlandse Opstand 
 Het volk was ook niet blij met Filips, want de belastingen waren omhoog gegaan en er ontstond meer armoede. De vervolging van protestanten zorgde voor woede. 


  • Filips II strenger dan zijn vader, Karel V. 
  • Ketters (protestanten) actief vervolgen.
  • Bloedplakkaten


Spaanse inquisitie: een rechtbank van de Rooms-Katholieke Kerk, die was belast met de opsporing, het onderzoek en het straffen van 'ketters' (niet-christenen)

Slide 6 - Diapositive

De Nederlandse Opstand 
Filips II woonde zelf in Spanje, Nederland was te koud en nat. Daarom was zijn halfzus Margaretha van Parma aangesteld als landvoogdes, ze was zijn plaatsvervanger.


Landvoogd(es):  Bestuurder namens de landsheer, 
een plaatsvervanger.

Slide 7 - Diapositive

De Nederlandse Opstand 
Een grote groep ontevreden edelen besloot om al hun bezwaren op te schrijven in een brief en deze aan te bieden aan de landvoogdes van de Nederlanden in 1566.


  •  Gueux                 Bedelaars               Geus.
  • Tijdelijk stoppen met kettervervolgingen.


Smeekschrift: een verzoek om religieuze tolerantie en opschorting van de vervolgingen van de Inquisitie.
De Adviseur van de landvoogdes Margaretha van Parma zei: 

“N’ayez pas peur, Madame, ce ne sont que des gueux” (vertaling: Wees niet bang, mevrouw, het zijn slechts bedelaars).

Slide 8 - Diapositive

De Nederlandse Opstand 
De woede over de strenge vervolgingen bleef en op 10 augustus 1566 kwam het tot een uitbarsting.


Beeldenstorm:
 Vernielingen op grote schaal van heiligenbeelden en andere objecten van katholieke religieuze plaatsen door protestanten in de Lage landen.

Slide 9 - Diapositive

De Nederlandse Opstand 
Filips was woedend toen hij hoorde van de beeldenstorm. Hij riep zijn halfzus terug en stuurde in 1567 generaal Alva met een leger naar de Nederlanden. 


  • Edelen terechtstellen.
  • Bloedplakkaten strenger inzetten.

Slide 10 - Diapositive

De Nederlandse Opstand 
De Tachtigjarige Oorlog begon twee jaar na de beeldenstorm, in 1568. De leider van de opstand was Willem van Oranje, de stadhouder van gewesten Holland, Zeeland en Utrecht.

  • Het land uit gevlucht.
  • Leger vormen om Alva te verslaan.


Stadhouder: plaatsvervanger van de vorst in een gewest. 

Slide 11 - Diapositive

De Slag bij Heiligerlee (1568)
Begin van de Tachtigjarige Oorlog

Een klein leger onder leiding van twee broers van Willem van Oranje een eerste overwinning op de Spanjaarden bij Heiligerlee.


  • Spanjaarden de pan ingehakt.
  • Alva woedend.
  • Gevolg: Twee gevangen genomen edelen onthoofd. 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

De Nederlandse Opstand 
Steeds meer gebieden besloten om zich aan te sluiten bij Willem van Oranje. In het jaar 1575 was Spanje bankroet en konden de Spaanse soldaten dus niet uitbetaald worden. 

Gevolg: 
  •  Antwerpen werd in 1576 geplunderd en in brand gestoken door de Spaanse soldaten.


Plakkaat van Verlatinghe: Onafhankelijkheidverklaring uit 1581 van zeven gewesten (Groningen, Friesland, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Holland, Zeeland)

Slide 14 - Diapositive

Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
 De mensen hoopten op Willem van Oranje als hun koning, maar helaas werd Willem in 1584 vermoord door Balthasar Gerards. 


  • Opzoek naar een nieuwe leider.
  • Geen geschikte kandidaat. 


Republiek: Een land zonder een koning, maar met 
een gekozen leider.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

De Nederlandse Opstand 
De oorlog was echter nog lang niet voorbij, Spanje wilde namelijk niet dat de Nederlanden onafhankelijk zou worden. 


  • 1568: begin tachtigjarige oorlog.
  • 1648: einde tachtigjarige oorlog.
  • Gevolg: Nederland een onafhankelijk land. 

Slide 17 - Diapositive

Opdrachten van de week
Maak de werkdoelen op de LearningPortal bij:
  • Oorzaken van de Opstand
  • Willem van Oranje & de Republiek

Beantwoord criteria in je schrift
(verschillend per kleur) 

Slide 18 - Diapositive

Aan de slag! 
  •       Ga naar de learning portal en maak de opdrachten. Beantwoord de criteria die hoort bij het leerdoel in je schrift

se se Je mag zachtjes samenwerken. Je maakt wel je eigen werk. Hierbij mag je muziek luisteren.

            Als je klaar bent, dan laat je je werk zien voor feedback.

Slide 19 - Diapositive