Les 2: Begeleidingsstijlen

• Beg.v.act
• MBO
• Studiejaar 1

Begeleiden van activiteiten

60 min - Klas: 1C, 1D

To do:

• Periode overzicht
• Begeleidingsstijlen
• Activiteit
• Portfolio
• Afronding 

Periode overzicht:

Begeleidingsstijlen:

Is de manier waarop je je gedraagt tijdens het begeleiden van cliënten een vast en herkenbaar patroon? Dan noem je dat je begeleidingsstijl. Daarvan zijn er drie:

• Autoritair
  
• Autoritatief (democratisch)
  
• Permissief (laissez-faire)
  

Autoritaire begeleidingsstijl:

• controleert
• bepaalt wat moet gebeuren en geeft veel instructie
• heeft een leidende rol en weet wat het beste is voor de cliënt
• stelt hoge eisen aan de cliënt
• verwacht gehoorzaamheid van de cliënt

Autoritatieve begeleidingsstijl:

• communiceert veel met de cliënt
• beslist in overleg met de cliënt en neemt zijn mening serieus
• geeft de cliënt het gevoel dat hij veilig is en wordt geaccepteerd
• Ziet wat de cliënt nodig heeft en handelt hier naar

Permissieve begeleidingsstijl: 

• stelt weinig eisen en regels
• stelt zich terughoudend op en wacht af met welke behoefte de cliënt komt
• controleert niet of nauwelijks of er aan eisen en regels wordt voldaan
• creëert een stimulerende, aantrekkelijke omgeving, maar de cliënt bepaalt zelf wat hij doet

Opdracht:

• Groepen van 3 - Twee begeleiders(!)
• Per begeleider 1 begeleidingsstijl (welke kenmerken horen bij deze stijl?)
  'Cliënt' WEET NIET WELKE STIJLEN ER GEKOZEN ZIJN!
• Begeleiders: Overleggen hoe begeleiding uit te voeren

Tekenen - De twee begeleiders begeleiden de 'cliënt' volgens de gekozen stijlen

Evaluatie:

• Heb je de begeleidingsstijl herkend?
• Hoe was het om op deze manier begeleid te worden?
• Wat zijn voor jou persoonlijk de voordelen en de nadelen van deze begeleidingsstijl?
• Hoe was het voor de begeleiders om deze begeleidingsstijl toe te passen?
• Waar liep je tegenaan? Past deze stijl bij je?

Portfolio:

1. Benoem de theorie die gedurende de les behandeld is en leg deze uit.
2. Benoem wat je hebt geleerd over het onderwerp en wat hiervan nieuw was.
3. Benoem wat je mee neemt vanuit de les in je eigen handelen en professionele identiteit.

Dit is waar je, in je portfolio, op beoordeeld wordt!