BPV en Loopbaanbegeleiding Entree Bijeenkomst 2

BPV en loopbaanbegeleiding Entree

Bijeenkomst 2

Programma

Terugblik

Begeleiding vanuit de driehoek, student, school en werkgever

Begeleiden tussen droom en praktijk 

Persoonlijke verwerking 

Modus

Zoek een foto die je modus van NU representeert. 

Ga 5 minuten op een rustige plek zitten en zet een muziekje aan, bekijk je eigen uitwerking van de 5 vingers en bepaal wat wil ik delen?
Voer vervolgens een gesprek met een collega en bepaal samen wat zetten we op de Lesson-Up

Begeleiding in de driehoek

Begeleiding in de BPV

Koppeling KD beschrijving werknemersvaardigheden

De assistent entree heeft een actieve gemotiveerde houding, een passend werktempo en

verantwoordelijkheidsgevoel voor het zo zelfstandig mogelijk uitvoeren van assisterende werkzaamheden. Hij

accepteert leiding en is bereid om te leren en samen te werken met collega's. Hierbij houdt hij zich met discipline

aan afspraken, instructies, regels en procedures en aan normen en waarden van de organisatie. De assistent entree

werkt netjes, veilig en zorgvuldig en in het voortdurende besef dat zijn handelen ook gevolgen heeft voor de

werkuitvoering van anderen.

Vragen

In welk kwadrant speelt jouw onderwijs zich af en wat gebeurt er in de andere kwadranten?

Hoe kan je de kwadranten verbinden vanuit je eigen praktijk?

Gespreksonderwerp

Hoe zet je een leerproces in gang samen met een student in de BPV?

Hoe verbind je dan de kwadranten?

Wat heb je dan nodig van een werkgever? 

Maak een ritch picture: Neem een voorbeeld van een groep en ga dromen: Hoe ziet de ideale leeromgeving er voor deze groep uit?

Vervolgstappen

Werk in tweetallen: Hoe zet je droom om in werkelijkheid. Maak een plan en bedenk vervolgstappen. Leg de vervolgstappen met post-its op "de vloer" en coach elkaar om en om langs de stappen, waarbij de coach bevraagt op motieven en kwaliteiten. (Ik kant van de LOB-competenties)

Denkmoment voor jezelf: Kijk terug op het "coach gesprek": welke vraag zette jou aan het denken?

Verwerking

• Bekijk de herhaling en kijk naar je eigen ontwikkeling welke woorden horen hierbij? 
• Wissel uit in tweetallen en kom per persoon tot 1 woord, welk woord omschrijft je ontwikkeling "het best"? 
• Maak een patoum, volg de instructie.
• Als je wilt: lees je pantoum voor

Regel 1: Ik… (maak een zin die met ‘ik’ begint en waarin je het kernwoord noemt)

Regel 2: Ik… (beschrijf waar je bent)

Regel 3: Ik… (beschrijf wat je ziet)

Regel 4: (beschrijf wat er gebeurt in connectie met je kernwoord)

Regel 5: is gelijk aan regel 2

Regel 6: is een gevoelsreactie op regel 2: wat doet het met je?

Regel 7: is gelijk aan regel 4

Regel 8: is jouw reactie op regel 7

Regel 9: is gelijk aan regel 6

Regel 10: wat is je gevoelsreactie op regel 2,wat doet het met je ?

Regel 11: is gelijk aan regel 8

Regel 12: hoe is dat?

Regel 13: is gelijk aan regel 10

Regel 14: hoe voelt dat?

Regel 15: is gelijk aan regel 12

Regel 16: wat is je reactie daarop?

Regel 17: is gelijk aan regel 14

Regel 18: is gelijk aan regel 3

Regel 19: is gelijk aan regel 16

Regel 20: is gelijk aan regel 1

Wat zijn je tips en tops?

Uitzwaai moment: Bedankt