3.4 formules met letters


-Je weet al  wat een woordformules zijn. 

check huiswerk 4.3 en 4.4 met uitwerkingen.


Aan het einde van deze les:


- ken je ook formules met letters.

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon


-Je weet al  wat een woordformules zijn. 

check huiswerk 4.3 en 4.4 met uitwerkingen.


Aan het einde van deze les:


- ken je ook formules met letters.

Slide 1 - Diapositive

je weet al .... wiskundigen zijn lui!

Slide 2 - Diapositive

je weet al .... wiskundigen zijn lui!
Maar wist je al dat ze eigenlijk superlui zijn!!!!!

Slide 3 - Diapositive

je weet al .... wiskundigen zijn lui!
Maar wist je al dat ze eigenlijk superlui zijn!!!!!
zelfs de punten van de keer zijn teveel werk.
zelfs de woorden in de woordformules zijn teveel werk.

Slide 4 - Diapositive

dus ....in de woordformules ...
laten we voortaan de punten ( x keer ) weg
korten we de woorden af tot een letter. 

Het woord van het antwoord blijft voorlopig wel een woord ;) 

Slide 5 - Diapositive

dus ....de woordformule wordt formule  ...

betalen= 2 + 1,50.drankje            betalen = 2 + 1,50d
lengte = 40 -4.aantal uren          lengte = 40-4u

je mag altijd zelf een letter kiezen als vervanger voor een woor maar de eeste letter van het woord is vaak wel makkelijk.
dus ...de formule betalen = 2+ 1,50a had ook gemogen. 

Slide 6 - Diapositive


-Je weet al  wat een woordformules zijn. 


Aan het einde van deze les:


- ken je ook formules met letters.

Slide 7 - Diapositive

wat is het verschil tussen een woordformule en een formule?
A
Een woordformule heeft woorden in de formule. De formule heeft hier een letter.
B
Het antwoord is bij de woordformule een woord. Bij de formule een letter.

Slide 8 - Quiz

wat is een goede formule?
wat hebben we geleerd?
A
4 + 5.aantal = kosten
B
kosten = 4 + 5a
C
kosten = 4 + 5.aantal
D
kosten = 4 + aantal.5

Slide 9 - Quiz

ik heb de formule
salaris = 4 + 2u
Ik werk 0 uren. Wat is mijn salaris?
A
0
B
4
C
2
D
6

Slide 10 - Quiz

ik heb de formule
hoogte = 2 + 3a
a = 0 wat is de hoogte?
A
0
B
4
C
2
D
3

Slide 11 - Quiz

ik heb de formule
hoogte = 2 + 3a
a = 10 wat is de hoogte?
A
32
B
0
C
2
D
23

Slide 12 - Quiz

4.5 formules met letters 
huiswerk :
theorie 4.5 A lezen/leren
opgaven  40 42 43 44 45

Slide 13 - Diapositive