Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Les buts d'aujourd'hui
Reprise: l'adjectif démonstratif
La prononciation du français
Source D: il s'agit de quoi?
Faire un texte, enregister à Showbie
Slide 1 - Diapositive
Adjectif démonstratif
Slide 2 - Diapositive
Je voudrais .... tomate.
Slide 3 - Question ouverte
On prend ..... légumes.
Slide 4 - Question ouverte
Il est bon, ...... oignon?
Slide 5 - Question ouverte
Je vous conseille .... marché.
Slide 6 - Question ouverte
J'espère que .... oeuf a un bon goût.
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
- Werkwoorden - Neusklanken - Woorden op een e - et / est - Woorden op een s/x - liaison = verbinden
Slide 9 - Diapositive
Exercice
Bekijk de zinnen van bron D via de naslag.
Maak zelf nieuwe zinnen. Schrijf of sla ze op, je kunt ze later nog gebruiken! - Vertel wie je bent en hoe oud je bent. - Vertel of je koken leuk vindt. - Vraag: 'Ken je (gerecht) ?' - Vertel wat dit voor soort gerecht is, en vertel wat erin zit (...., avec ..... [ingrediënten]). Gebruik voca A+B! - Vertel of je het gerecht lekker vindt, en leg uit waarom. - Voeg eventueel nog een of twee zelfbedachte zinnen toe over het gerecht
Analyseer je zinnen op het gebied van uitspraak. Gebruik de regels hierboven: - Kijk goed naar de werkwoorden en de laatste letters van woorden en lettergrepen. - Zoek de plekken op waar woorden die op een medeklinker eindigen moeten worden verbonden aan een volgend woord dat met een klinker begint. - Schrijf bij deze woorden hoe je ze uitspreekt.
Spreek je tekstje in via Showbie. Ik beluister ze en noteer de namen van de leerlingen die het nog niet voldoende gedaan hebben. Deze doen het volgende week nog eens, zodat iedereen het straks goed kan!
Slide 10 - Diapositive
Les buts d'aujourd'hui
Reprise: l'adjectif démonstratif
La prononciation du français
Source D: il s'agit de quoi?
Faire un texte, enregister à Showbie
Slide 11 - Diapositive
Exercice
Bekijk de zinnen van bron D via de naslag.
Maak zelf nieuwe zinnen. Schrijf of sla ze op, je kunt ze later nog gebruiken! - Vertel wie je bent en hoe oud je bent. - Vertel of je koken leuk vindt. - Vraag: 'Ken je (gerecht) ?' - Vertel wat dit voor soort gerecht is, en vertel wat erin zit (...., avec ..... [ingrediënten]). Gebruik voca A+B! - Vertel of je het gerecht lekker vindt, en leg uit waarom. - Voeg eventueel nog een of twee zelfbedachte zinnen toe over het gerecht
Analyseer je zinnen op het gebied van uitspraak. Gebruik de regels hierboven: - Kijk goed naar de werkwoorden en de laatste letters van woorden en lettergrepen. - Zoek de plekken op waar woorden die op een medeklinker eindigen moeten worden verbonden aan een volgend woord dat met een klinker begint. - Schrijf bij deze woorden hoe je ze uitspreekt.
Spreek je tekstje in via Showbie. Ik beluister ze en noteer de namen van de leerlingen die het nog niet voldoende gedaan hebben. Deze doen het volgende week nog eens, zodat iedereen het straks goed kan!