Schijf van vijf - Additieven -

E- nummers 
Map op tafel
Laptop --> lesson up 
Voer code in

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

E- nummers 
Map op tafel
Laptop --> lesson up 
Voer code in

Slide 1 - Diapositive

Aan het einde van les kan ik vertellen welke additieven er zijn. 

Aan het einde van de les kan ik een etiket lezen en begrijpen. 

Slide 2 - Diapositive

Gezonde voeding
Gezonde voeding heb je nodig voor een goede gezondheid.

- gevarieerd eten & voldoende drinken
  dan krijg je alle voedingsstoffen binnen.

- Voedingsgewoonten: is wat & hoe je gewend bent om te eten.
  • Geloof (religie)
  • klimaat (warm, koud)

Slide 3 - Diapositive

Welke voedingstoffen ken je nog?
Noem de 6 voedingsstoffen

Slide 4 - Carte mentale

Schijf van vijf
Hulpmiddel dat wordt gebruikt in de voorlichting over goede en gezonde voeding

Voorlichtingsmodel 

Veel informatie te vinden: 
WEBSITE  van voedingscentrum 



Slide 5 - Diapositive

Schijf van vijf
De Schijf van Vijf bestaat uit 5 vakken, met in elk vak andere type producten.

In het kort eten mensen gezond volgens de Schijf van Vijf als ze: 

* vooral uit de Schijf van Vijf eten, elke dag uit elk vak de juiste hoeveelheden eten,  
    variëren 
* en keuzes buiten de Schijf van Vijf beperken.



Slide 6 - Diapositive

Schijf van vijf
De vakken zijn niet even groot

* Uit een groot vak eet je meer dan uit de kleine vakken.

* De grote vakken bevatten plantaardige voedingsmiddelen.


Slide 7 - Diapositive

Dorstlessers zonder suiker
Vooral volkoren
- volkorenbrood
- volkoren pasta
- volkoren couscous

Volop groente en fruit
- minimaal 250 gram groente &
- 2 porties fruit
Zachte vloeibare vetten
- onverzadigd vet = beter voor je bloedvaten (olie/halvarine)
Meer plantaardig, minder vlees
- variëren met vis, vlees, ei, 
   noten of geen vlees
- neem niet meer zuivel dan nodig

Slide 8 - Diapositive

Groente en fruit
- leveren vooral vitamine C en voedingsvezel 

Slide 9 - Diapositive

Schijf van vijf
Vezelrijke voeding

VEZELS - geven een VERZADIGD gevoel
                - Voorkomt bepaalde vormen van kanker
                - Voorkomt obstipatie   (wat betekend het woord?)




Slide 10 - Diapositive

Welk voedingsmiddel is de beste keuze volgens de schijf van 5?
Sleep de ontbrekende woorden naar de open stukjes in de zin. Kies de woorden die achter de zin staan.
1) Als drank kun je het beste kiezen voor                                  .
2) Als snack  kun je het beste                                    eten.
3) Voor de lunch kun je het beste                                 eten.
frisdrank
thee
chips
ongezouten noten
volkoren brood
witbrood

Slide 11 - Question de remorquage

Wat bedoelen ze met
OBSTIPATIE?

Slide 12 - Question ouverte

ADDITIEVEN

Slide 13 - Diapositive

ADDITIEVEN     ( E-nummers )
E-nummers - worden toegevoegd aan voedingsmiddel

Ander woord ervoor = ADDITIEVEN

Bijvoorbeeld:
- kleurstoffen
- smaakverbeteraars
- conserveermiddelen

* stoffen worden toegevoegd om een voedingsmiddel
aantrekkelijker te maken

Slide 14 - Diapositive

ADDITIEVEN     ( E-nummers )
Heeft 1 of meerdere FUNCTIES.

bijvoorbeeld
- mooiere kleur
- langer houdbaar maken

E-nummer = is door de overheid gecontroleerd
                      = veilig
                
Natuurlijke stoffen = Additieven uit planten en dieren
Synthetische stoffen = additieven die in de fabriek worden gemaakt


Gebruik je theorie voor de opdracht, magister.me
- kleurstoffen
- geurstoffen
- emulgatoren
- rijsmiddel
- zoetstoffen
- conserveermiddelen
    etc.

Slide 15 - Diapositive


Waar zorgen conserveermiddelen
voor?
A
Dat de smaak van het product sterker wordt
B
dat het product dikker wordt
C
Dat het product langer houdbaar is

Slide 16 - Quiz


Additieven zijn
A
toevoegingen
B
verwijzingen
C
beperkingen

Slide 17 - Quiz


Waarom worden E-nummers toegevoegd aan voedingsmiddelen?
A
Omdat de overheid dit verplicht stelt.
B
Omdat E-nummers goedkoop zijn.
C
Om voedingsmiddelen aantrekkelijker te maken

Slide 18 - Quiz