Werkwoordspelling b6 tt, vt en vtdw

1. Jij ......................... (faxen, vt) een document!
1 / 10
suivant
Slide 1: Question ouverte
SpellingBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

1. Jij ......................... (faxen, vt) een document!

Slide 1 - Question ouverte

2. ................... (houden, tt) je niet van sneeuw?

Slide 2 - Question ouverte

3. Julian ................... (streven, vt) naar een overwinning in de hockeywedstrijd.

Slide 3 - Question ouverte

4. ……………………………. (geloven, tt) je moeder jouw verhaal?

Slide 4 - Question ouverte

5. De koeien ……………………………..(grazen ,vt) door de wei.

Slide 5 - Question ouverte

6. De kleermaker ..................... (maken, vtdw) mijn lievelingstrui ...................

Slide 6 - Question ouverte

7. De meester ..................... (gebruiken, vtdw) het digibord ...................

Slide 7 - Question ouverte

8. De kinderen ..................... (zwaaien, vtdw) naar de koning ...................

Slide 8 - Question ouverte

9. Kim ....................... (verven, vtdw) een mooi schilderij ...................

Slide 9 - Question ouverte

10. ......................... (gokken, vtdw) jij het goede antwoord .........................?

Slide 10 - Question ouverte