Grammaire chapitre 1 et 2

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Grammaire chapitre 1 et 2

voltooid tegenwoordige tijd

bezittelijk voornaamwoord

bijzondere bijvoeglijk naamwoorden

onvoltooid tegenwoordige tijd

schrijf een werkwoord in de voltooid
tegenwoordige tijd

schrijf alle bezittelijk voornaamwoorden
in het Frans op

welke onregelmatige bijvoeglijk naamwoorden ken je?

Welke uitgangen hebben de werkwoorden die eindigen op 'er' in de onvoltooid tegenwoordige tijd?

welke zin staat in de voltooid tegenwoordige tijd?

1. Je parle français
2. tu écoutes la musique
3. Nous avons mangé ce midi.
4. Vous avez regarder le film?

welke zin(en) staat(n) niet in de voltooid tegenwoordige tijd?

1. Nous mangeons une pizza
2. Ils regardent la télé.
3. J'ai eu beaucoup de cadeaux
4. Tu fais la vaisselle?

Hoe vertaal je het woord tussen haakjes: (Mijn) vakantie was super

1. Ma
2. mes
3. notre
4. nos

Hoe vertaal je het woord tussen haakjes? Hun kinderen zijn leuk.

1. Nos
2. notre
3. leurs
4. leur

Hoe vertaal je dit bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes: Die (oude) tante is nog heel gezond

1. vieux
2. vieille
3. vieilles
4. vieux

Hoe vertaal je het woord tussen haakjes: haar broer is groot

1. grand
2. grands
3. grande
4. grandes

Welke uitgang in de onvoltooid tegenwoordige tijd is goed?

1. il habites
2. tu habites
3. nous habitent
4. vous habitons

deze quiz was... meerdere antwoorden mogelijk

1. moeilijk
2. makkelijk
3. leuk
4. stom

Ik ben klaar voor de formatieve toets

😒🙁😐🙂😃