Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
§A2.4 Bijwoorden en §A2.3 Trappen van vergelijking
How are you today?
😒
🙁
😐
🙂
😃
1 / 22
suivant
Slide 1:
Sondage
Engels
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
How are you today?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 1 - Sondage
§A2.4 Bijwoorden en §A2.3 Trappen van vergelijking
Beschrijven in het Engels
Adverbs vs Adjectives
Comparative & Superlative
Oefenen samen
Oefenen alleen
Afsluiting
Slide 2 - Diapositive
Describe what you see. Keep it short and simple.
Slide 3 - Carte mentale
Describe what you see. Keep it short and simple.
Slide 4 - Carte mentale
My grandfather walks very ...
A
slow
B
slowly
Slide 5 - Quiz
Adverbs vs adjectives
Adjective = bijvoeglijk naamwoord
Beschrijft het zelfstandig naamwoord. Voorbeeld : I have a
red
car.
Adverb = bijwoord
Beschrijft hoe iets wordt gedaan. Voorbeeld : The red car drives
slowly
.
Adverb maak je in het Engels meestal zo:
adjective + ly
Slide 6 - Diapositive
That is a ... dress.
A
nice
B
nicely
Slide 7 - Quiz
I ... forgot to do my homework.
A
complete
B
completely
Slide 8 - Quiz
He ran very ...
A
fast
B
fastly
Slide 9 - Quiz
She dances ...
A
beautiful
B
beautifully
Slide 10 - Quiz
He gets angry very ...
A
easy
B
easyly
C
easily
Slide 11 - Quiz
They worked ... in the garden.
A
hard
B
hardly
Slide 12 - Quiz
They ... worked in the garden.
A
hard
B
hardly
Slide 13 - Quiz
Can you speak more ..., please?
A
loud
B
loudly
Slide 14 - Quiz
Comparative & superlative
Trappen van vergelijking
Is het woord kort?
Vergrotende trap: -(e)r
Overtreffende trap: -(e)st
Let hierbij op de spelling!
Dit geldt voor:
alle woorden van één lettergreep
woorden met twee lettergrepen die eindigen op –er, -ow, -le of –some.
Slide 15 - Diapositive
Comparative & superlative
Trappen van vergelijking
Is het woord lang?
Vergrotende trap: more
Overtreffende trap: most
Dit geldt voor:
alle woorden van twee of meer lettergrepen
uitzondering: woorden met twee lettergrepen die eindigen op –er, -ow, -le of –some.
Slide 16 - Diapositive
Ben is ... (jonger) than Kate.
Slide 17 - Question ouverte
Timor is ... (aardiger) than his brother Sam.
Slide 18 - Question ouverte
Which car is the ... (snelste)?
Slide 19 - Question ouverte
I live in the ... (grootste) house.
Slide 20 - Question ouverte
I think this chair is ... (comfortabeler) than the sofa.
Slide 21 - Question ouverte
Get to work!
Inloggen op Taalblokken
Kies voor het blokje: Grammatica & Spelling A2
Maak eerst: § A2.3 Grammatica: Trappen van vergelijking
Maak daarna: § A2.4 Grammatica: Bijwoorden
Ben je klaar met beide paragrafen?
Maak een beginnetje aan de eindopdracht Schrijven.
Slide 22 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Dinsdag 10-09
Septembre 2024
- Leçon avec
10 diapositives
Engels
MBO
Studiejaar 1
TB A2.1, 2.3, 2.4
Septembre 2024
- Leçon avec
17 diapositives
TB4 #4 A2.3 tm A2.6
Mars 2023
- Leçon avec
32 diapositives
Engels
MBO
Studiejaar 1
Trappen van vergelijkingen
Novembre 2021
- Leçon avec
12 diapositives
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Lesson 21: Trappen van vergelijking + 2.4 reading
Février 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
Degrees of comparison mh1
Décembre 2022
- Leçon avec
20 diapositives
Engels
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 2
Bijzondere trappen van vergelijking
Juin 2020
- Leçon avec
16 diapositives
par
Numo
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Numo
Trappen van vergelijking
Mai 2020
- Leçon avec
21 diapositives
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1