Circus

Het Circus
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Het Circus

Slide 1 - Diapositive

Wat weet jij al over het circus?

Slide 2 - Carte mentale

Geschiedenis
De geschiedenis van het circus begint in 1770. Een Engelse sergeant, Philip Astley, vertoonde allerlei kunstjes op paarden. Dit deed hij in een piste. Dat is een grote ronde ruimte met een tribune eromheen. Later liet hij een gebouw maken. Hij nodigde zangers, dansers en clowns uit. Deze traden dan op tussen de paardennummers door. Het woord circus komt uit het Latijn en betekent cirkel. De Romeinen gebruikten deze naam voor hun renbanen waar zij wagenrennen hielden. Philip had in Parijs veel succes met zijn circus. In de negentiende eeuw ontstonden er in Frankrijk en Engeland overal circussen. Vaak waren het hele families die samen een circus oprichtten. Nu kennen we het circus als een tent waarin een gezelschap van rondtrekkende artiesten zijn kunsten vertoont.

Slide 3 - Diapositive

Wanneer is het circus ontstaan?
A
1760
B
1770
C
1870
D
1880

Slide 4 - Quiz

Rondtrekken
Een circus slaat zijn tent voor een paar dagen of een week in een stad op. Daarna wordt alles weer ingepakt en naar een volgende plek gebracht. De tent, de caravans waar de artiesten in slapen en de wagens met de dieren: alles moet mee. De kinderen uit het circus gaan naar een speciale school, die met hen meereist.

Slide 5 - Diapositive

Waar gaan de kinderen die bij circus horen naar school?

Slide 6 - Question ouverte

Artiesten
Wie naar een circus gaat, ziet veel verschillende artiesten. Er zijn bijvoorbeeld jongleurs, acrobaten, koorddansers, clowns en goochelaars. Veel circussen hadden ook dieren die kunstjes vertoonden, maar sinds 2015 is dat in Nederland verboden. In veel andere landen zijn wel nog wilde dieren te zien in het circus. Iemand die wilde dieren, zoals leeuwen en tijgers, kunstjes leert, noem je een dompteur. De dompteur oefent elke dag met zijn dieren. Dit heet dresseren en dit kost heel veel tijd. De spreekstalmeester is de presentator van de show en kondigt alle artiesten aan. Hij draagt vaak een net pak met een hoge hoed.

Slide 7 - Diapositive

Welke artiesten komen in een circus voor?

Slide 8 - Carte mentale

Slide 9 - Vidéo

Als jij in het circus mag werken, wat zou je dan willen doen?
Je mag ook een plaatje toevoegen!

Slide 10 - Question ouverte

En nu een luistervraag
Bij de volgende dia ga je luisteren naar circusmuziek. Daarna komt er weer een vraag.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Waarom denk je dat dit echte circusmuziek is? Hoe hoor je dat?

Slide 13 - Question ouverte

En nu zelf aan de slag!
Kies uit één van de volgende opdrachten:
- maak een tekening over het circus
- knutsel iets over het circus
- bedenk een circusact en geef thuis een voorstelling
- vraag iemand je te schmincken als een circusartiest
Je mag natuurlijk ook alle opdrachten doen als je dat leuk vindt!
Bij de volgende dia kan je een foto insturen van jouw werk!

Slide 14 - Diapositive

Kom maar op met die foto's!

Slide 15 - Question ouverte

Wat heb je nu geleerd over het circus?

Slide 16 - Question ouverte

Tot de volgende les!

Slide 17 - Diapositive

Bronnen
- https://9-12.jeugdbibliotheek.nl/weten/info-voor-werkstuk-en-spreekbeurt/kunst-en-cultuur/circus.html

Slide 18 - Diapositive