Het Circus: Een Reis door de Geschiedenis en Praktijk

Het Circus: Een Reis door de Geschiedenis en Praktijk

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je de geschiedenis van het circus beschrijven, verschillende elementen van een circusdag benoemen en begrijpen wat er allemaal bij het organiseren van een circus komt kijken.

Introduceer de lesdoelen en leg uit wat de studenten aan het einde van de les zullen hebben geleerd.

Wat weet jij al over het circus?

Het Ontstaan van het Circus

Het circus zoals we dat nu kennen, begon in 1768 in Londen. De eerste circussen waren vaak paardenshows, maar er werden ook dierententoonstellingen gegeven. In 1782 werd het eerste circus in Parijs geopend door Philip Astley.

Vertel het verhaal van het ontstaan van het circus en plaats het in historisch perspectief.

Circus in de 19e Eeuw

In de 19e eeuw begonnen circussen te reizen en tenten te gebruiken in plaats van permanente locaties. Dierententoonstellingen werden populairder en er werden nieuwe acts geïntroduceerd, zoals trapeze en clowns.

Beschrijf de belangrijkste ontwikkelingen in het circus in de 19e eeuw.

Circus in de 20e Eeuw

In de 20e eeuw kwamen er meer geavanceerde technologieën, zoals elektrisch licht, waardoor circussen nog spectaculairder werden. Er werden ook nieuwe acts geïntroduceerd, zoals acrobatiek en moderne dans.

Beschrijf de belangrijkste ontwikkelingen in het circus in de 20e eeuw.

Een Dag in het Circus: De Voorstelling

Een circusdag begint meestal met de opbouw van de tent en het materiaal. Dan beginnen de artiesten met hun repetities en oefeningen. De voorstelling zelf bestaat uit verschillende acts, zoals trapeze, acrobatiek, dierententoonstellingen en clowns.

Beschrijf de verschillende fasen van een circusdag en leg uit wat er tijdens de voorstelling gebeurt.

Een Dag in het Circus: Achter de Schermen

Achter de schermen werken er veel mensen om alles soepel te laten verlopen. Er zijn technici die het licht en geluid regelen, dierenverzorgers die voor de dieren zorgen en administratieve medewerkers die alles coördineren.

Laat de studenten kennismaken met de verschillende mensen die achter de schermen werken en wat hun taken zijn.

Circusdieren

Er zijn veel verschillende dieren die in circussen worden gebruikt, zoals olifanten, tijgers, leeuwen en paarden. Er is echter veel discussie over het gebruik van dieren in circussen vanwege dierenwelzijn.

Beschrijf welke dieren er in het circus worden gebruikt en leg uit waarom er discussie is over het gebruik van dieren in circussen.

Circuskunstenaars

Er zijn veel verschillende soorten artiesten in het circus, zoals acrobaten, clowns, trapeze-artiesten en jongleurs. Het vergt veel oefening en vaardigheid om een goede circusartiest te worden.

Beschrijf de verschillende soorten artiesten in het circus en leg uit wat er nodig is om een goede circusartiest te worden.

Circusmuziek

Circusmuziek is vaak opzwepend en vrolijk en wordt gebruikt om de voorstelling te begeleiden. Er worden vaak instrumenten gebruikt zoals trompetten, trommels en cimbalen.

Laat de studenten kennismaken met de muziek die in het circus wordt gebruikt en welke instrumenten daarvoor worden gebruikt.

Circuskostuums

Circuskostuums zijn vaak kleurrijk en opvallend en helpen om de artiesten te onderscheiden en hun acts te benadrukken. Vaak zijn de kostuums ook functioneel en helpen ze bijvoorbeeld bij het uitvoeren van acrobatiek.

Beschrijf de rol van kostuums in het circus en hoe ze worden gebruikt om de acts te benadrukken.

Circusposter

Circusposters zijn vaak kleurrijk en opvallend en werden vroeger gebruikt om de voorstellingen aan te kondigen. Tegenwoordig worden ze vaak verzameld als kunstwerken.

Laat de studenten kennismaken met de geschiedenis van circusposters en hun rol in het aankondigen van voorstellingen.

Circus in de Toekomst

Het circus blijft zich ontwikkelen en nieuwe acts en technologieën worden geïntroduceerd. Er wordt echter ook steeds meer aandacht besteed aan dierenwelzijn en duurzaamheid.

Beschrijf hoe het circus zich in de toekomst kan ontwikkelen en de uitdagingen waar het mee te maken heeft.

Quiz: Geschiedenis van het Circus

Test je kennis over de geschiedenis van het circus!

Geef een korte quiz over de geschiedenis van het circus om te controleren wat de studenten hebben geleerd.

Quiz: Een Dag in het Circus

Wat weet jij over wat er allemaal bij het organiseren van een circus komt kijken?

Geef een korte quiz over wat er allemaal bij het organiseren van een circus komt kijken om te controleren wat de studenten hebben geleerd.

Woordzoeker: Circus

Los de woordzoeker op om je kennis van het circus te testen!

Laat de studenten een woordzoeker oplossen om hun kennis van het circus te testen.

Mindmap: Circuskunstenaars

Maak een mindmap van de verschillende soorten circuskunstenaars en hun acts.

Laat de studenten in groepen een mindmap maken van de verschillende soorten circuskunstenaars en hun acts.

Debat: Dierenwelzijn in het Circus

Verdeel de klas in twee groepen en laat ze een debat houden over dierenwelzijn in het circus.

Verdeel de klas in twee groepen en laat ze een debat houden over dierenwelzijn in het circus. Geef duidelijke instructies over hoe het debat moet worden gevoerd.

Opdracht: Maak een Circusposter

Laat de studenten een circusposter maken om een voorstelling aan te kondigen.

Laat de studenten in groepen een circusposter maken om een voorstelling aan te kondigen. Geef duidelijke instructies over wat er op de poster moet komen te staan.

Opdracht: Schrijf een Verhaal over het Circus

Laat de studenten een verhaal schrijven over een dag in het circus vanuit het perspectief van een artiest of dierenverzorger.

Laat de studenten individueel een verhaal schrijven over een dag in het circus vanuit het perspectief van een artiest of dierenverzorger. Geef duidelijke instructies over de opdracht.

Reflectie

Wat heb je geleerd over het circus? Wat vond je het interessantst? Wat wil je nog meer weten?

Laat de studenten kort reflecteren op wat ze hebben geleerd en wat ze nog meer willen weten over het circus.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.