V2 - Ballondebat (1)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Pak je leesboek en ga lekker lezen!

Wat gaan we deze les doen?

• Vragen over het huiswerk?
• Spreekopdracht 

Huiswerk

Doel van deze les:

• Ik kan onderscheid maken tussen standpunten en argumenten.
• Ik kan mijn standpunt/mening onderbouwen met argumenten.

Standpunt/mening

Met een standpunt/mening vertel je wat je van iets of iemand vindt. Je kunt het eens of oneens zijn met een mening. 

Een standpunt/mening kun je herkennen aan signaalwoorden als ik vind, volgens mij, lijkt mij, naar mijn mening, mijns inziens. 

• Duitse grammatica is ontzettend moeilijk. 
• De Efteling is het leukste pretpark van Nederland.

 Argument

Met een argument ondersteun je een standpunt. Als iemand zegt waaróm hij een bepaalde mening heeft, gebruikt hij een argument. Een argument kun je herkennen aan signaalwoorden als want, omdat, namelijk, immers, ..... 

• Je zou ook eens naar die winkel moeten gaan, want ze verkopen daar erg goede spullen. 
• Dat nieuwe restaurant op de hoek is écht een aanrader. Ze hebben daar namelijk heerlijke burgers. 

Scholen moeten huiswerkvrij zijn.

• Welke argumenten voor (eens) dit standpunt kunnen we bedenken?
• Welke argumenten tegen (oneens) dit standpunt kunnen we bedenken?

Pepernoten mogen pas vanaf 1 november verkocht worden.

Bedenk zelf minimaal twee voor- óf tegenargumenten.

Ballondebat!

Vijf BN’ers maken gezamenlijk een ballonvlucht. Het is een heerlijke dag en iedereen geniet van het uitzicht. Maar dan gaat het helemaal mis! De ballon dreigt tegen de plaatselijke kerk aan te vliegen! Om snel op te stijgen moeten twee BN’ers overboord worden gegooid.

Ronde 1

Elke ballonvaarder moet in een speech van maximaal één minuut aangeven waarom hij beslist in de ballon moet blijven zitten. Het publiek heeft de belangrijkste functie. Zij bepaalt wie mag blijven!

Wie mag in de ballon blijven?

1

2

3

4

5

Ballondebat!

De ballon maakt snel hoogte en de ballonvaarders gaan verder met hun tocht. Maar het gaat wéér mis! De ballon dreigt tegen een ander hooggebouw aan te vliegen. Deze keer kan slechts één iemand blijven.

Ronde 2

Elke ballonvaarder moet dit keer een speech houden over waarom de andere twee beslist niet in de ballon mogen blijven zitten – waarom zij misbaar zijn! Sluit af met applaus voor de winnaar van het ballondebat!

Wie heeft er gewonnen?

1

2

3

Hoe was dit om te doen/te zien?

😒🙁😐🙂😃

Huiswerk

Dinsdag 6 december:

Toets Gram. Zinsdelen H2, H3, H5, H6