Baaz 2 les 11 Inleven in de ander

• Sova
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Les 11 – Inleven in de ander

Wat gebeurt hier?

Hoe komt dat, denk je?

Wat gaan we doen?

-Kijkplaat

-Woordweb

-Filmpje

-Sleepvraag

Les 11 – Inleven in de ander

doelen

                      * Ik kan het verschil noemen tussen inleven in de ander (empathie) en bemoeien met de ander

               * Ik kan vertellen wanneer en waarom inlevingsvermogen  fijn is

Waar denk je aan bij inleven?

Waar denk je aan bij bemoeien?

Inleven: je kunnen voorstellen hoe iemand anders zich voelt.

Bemoeien: je bezig houden met iets waar je niks mee te maken hebt!

Inleven

Bemoeien

Wat zou hij ervan vinden?

Hoe vindt zij dat?

Wat zou ze voelen?

Hoe zou hij dat doen?

Hij bemoeit zich altijd met mijn werk.

Ze laat me niet met rust.

Hij bepaalt altijd hoe ik het moet doen.

Zal ik me met die ruzie bemoeien?

Noem 2 voorbeelden wanneer jij je inleeft in een ander?

Les 11 – Inleven in de ander

BLZ. 15 Werkblad zelfstandig invullen

Twee meisjes hebben ruzie, jij zegt daar wat van

1. Bemoeien
2. Inleven

Mara haar hond is overleden, jij bent hier erg verdrietig over

1. Bemoeien
2. Inleven

Chris in de klas zucht steeds als jij antwoord moet geven op de vraag van de juf, jij vindt dit niet leuk en wordt er zenuwachtig van

1. Bemoeien
2. Inleven

De juf is aan het praten met iemand en de leerling gaat er steeds doorheen praten

1. Inleven
2. Bemoeien

Anna uit de klas is van de trap gevallen , zij heeft haar been gebroken.

1. Inleven
2. Bemoeien

Je vriendin wordt gepest op school, jij komt voor haar op.

1. Bemoeien
2. Inleven