Geef van elk van de onderstaande beweringen aan of deze wel of niet overeenkomt met de regels 11-26.
1 Uit onderzoek blijkt dat de hoogte van de fooi deels afhangt van het
type horecagelegenheid.
2 Bij het geven van fooi speelt de kwaliteit van een restaurant nauwelijks
een rol.
3 Sociale druk is bij het geven van fooi een factor van betekenis.
4 Bij gasten die erg vertrouwd met elkaar zijn, komt het voor dat zij
overleggen over de hoogte van de te geven fooi.
5 Als een groep collega’s een restaurant bezoekt, wordt het geven van
fooi vaak overgelaten aan de leidinggevende van de groep.
6 Met het oog op het krijgen van fooi let horecapersoneel er soms op
hoe de onderlinge verhoudingen binnen een gastengroep liggen.