spreekwoordenles 23-6-2022

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive




Kortom: soms zeg je iets en bedoel je wat anders.

Slide 3 - Diapositive

Wat is het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik?
Kijk naar het volgende filmpje!

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Welke spreekwoorden en gezegden ken je al?

Slide 6 - Question ouverte

Opdracht
Welke spreekwoorden zijn hiernaast uitgebeeld?
en
Probeer de betekenis ervan te vinden.
Op de volgende slide kun je, je antwoorden invullen.
Welke spreekwoorden herken je? 

Weet je ook de betekenis?

Slide 7 - Diapositive

De appel valt niet ver van de … .
A
ladder
B
emmer
C
hooiberg
D
boom

Slide 8 - Quiz

Geen slapende … wakker maken.
A
docenten
B
honden
C
postbodes
D
zeehonden

Slide 9 - Quiz

Wat is de betekenis van het spreekwoord:
Men mag een gegeven paard niet in de bek kijken?
A
Overal over zeuren.
B
Je mag niet over andere mensen praten.
C
Blij zijn met wat je krijgt.
D
Kijk niet in de bek van een paard!

Slide 10 - Quiz

Wat is de betekenis van het spreekwoord:
Hoge bomen vangen veel wind?
A
Iemand uit problemen helpen.
B
Pech hebben.
C
Wanneer je belangrijk bent, veel verantwoordelijkheid hebben.
D
Iets kwijtraken.

Slide 11 - Quiz

Wat is de betekenis van het spreekwoord:
Met lange tanden eten?
A
Met tegenzin iets eten.
B
Ziek zijn.
C
Een opschepper.
D
Weinig geld hebben.

Slide 12 - Quiz

Wat is de betekenis van het spreekwoord:
In je hemd staan?
A
Geen geld hebben.
B
Voor gek staan.
C
Bang zijn.
D
Geen geheimen hebben.

Slide 13 - Quiz

En dan nu... wie kan de meeste spreekwoorden vinden?

Slide 14 - Diapositive