1A - les 15, 16 & 17 - 1.5 Writing

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Hi, 1A :)

Pak je boeken en open LessonUp!

Today / This week

Today is Monday, October 10th (tenth).

Monday 10th	les
Tuesday 11th	les
Wednesday 12th	les

Doel van deze week

Aan het einde van deze week ken ik de woordjes en grammatica van 1.5 en kan ik deze kennis gebruiken in eenvoudige opdrachten.

To Do:

1. Woordjes 1.5 doornemen
2. Grammatica 1.5
   
   
3. Zelfstandig werken
   

Woordjes oefenen

Ga naar blz. 46 van je tekstboek :)

Grammar: to be (zijn)

Je hebt drie soorten zinnen:

Bevestigende zinnen:          I am walking

Ontkennende zinnen:                   I am not walking

Vragende zinnen:                     Am I walking?

Grammar: vraagzinnen

In 'gewone' zinnen staan am / is / are ná de persoon.

In vragende zinnen staan am / is / are vóór de persoon.

I am sporty.               You are into football.               She is kind.

Am I sporty?               Are you into football?               Is she kind?

Maak de volgende zin vragend:
You are French.

Maak de volgende zin vragend:
He is your friend.

Maak de volgende zin vragend:
I am welcome here.

Zelfstandig werken (huiswerk)

Maken: lesson 1.5 - opdracht 1 t/m 11

 

Leren: lesson 1.5,   woordjes (ENG-NED & NED-ENG)

              lesson 1.5,   grammatica

Klaar?              Huiswerk voor een ander vak :)

See you tomorrow, 1A :)

Hi, 1A :)

Pak je boeken en open LessonUp!

Today / This week

Today is Tuesday, October 11th (eleventh).

Monday 10th	les
Tuesday 11th	les
Wednesday 12th	les

Doel van deze week

Aan het einde van deze week ken ik de woordjes en grammatica van 1.5 en kan ik deze kennis gebruiken in eenvoudige opdrachten.

To Do:

1. Herhaling - woorden 1.5
2. Herhaling - grammatica 1.5
   
   
3. Zelfstandig werken
   
   

Woordjes oefenen

Ga naar blz. 46 van je tekstboek :)

Grammatica 1.5 (blz. 33)

Waar ging het ook alweer over?

En hoe werkte het ook alweer?

Grammar: to be (zijn)

Je hebt drie soorten zinnen:

Bevestigende zinnen:          I am walking

Ontkennende zinnen:                   I am not walking

Vragende zinnen:                     Am I walking?

Grammar: vraagzinnen

In 'gewone' zinnen staan am / is / are ná de persoon.

In vragende zinnen staan am / is / are vóór de persoon.

I am sporty.               You are into football.               She is kind.

Am I sporty?               Are you into football?               Is she kind?

Maak de volgende zin vragend:
It is fun.

Maak de volgende zin vragend:
She is in Turkey.

Maak de volgende zin vragend:
They are at school.

Zelfstandig werken (huiswerk)

Maken: lesson 1.5 - opdracht 1 t/m 12

 

Leren: lesson 1.5,   woordjes (ENG-NED & NED-ENG)

              lesson 1.5,   grammatica

Klaar?              Huiswerk voor een ander vak :)

See you tomorrow, 1A :)

Hi, 1A :)

Pak je boeken en open LessonUp!

Today / This week

Today is Wednesday, October 12th (twelfth).

Monday 10th	les
Tuesday 11th	les
Wednesday 12th	les

Doel van deze week

Aan het einde van deze week ken ik de woordjes en grammatica van 1.5 en kan ik deze kennis gebruiken in eenvoudige opdrachten.

To Do:

1. Zelfstandig werken
   
   ONDERTUSSEN HUISWERKCONTROLE

Zelfstandig werken (huiswerk)

Maken: lesson 1.5 - opdracht 1 t/m 12

 

Leren: lesson 1.5,   woordjes (ENG-NED & NED-ENG)

              lesson 1.5,   grammatica

Klaar?              Huiswerk voor een ander vak :)

Ik heb het doel: "Aan het einde van deze week ken ik de woordjes en grammatica van 1.5 en kan ik deze kennis gebruiken in eenvoudige opdrachten" behaald.

Ja, ik ken het en kan het toepassen

Ik ken het een beetje, maar kan het nog niet toepassen

Nee, ik ken het nog niet en kan het ook nog niet toepassen

See you next week, 1A :)