Klassieken vs Keynesianen Start

CONJUNCTUUR
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

CONJUNCTUUR

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
  • Uitleggen hoe volgens de klassieke economen het marktmechanisme automatisch zorgt voor evenwicht, zowel op de goederenmarkt als op de arbeidsmarkt.
  • Uitleggen hoe volgens de klassieke economen een economische crisis bestreden moet worden.
  • Uitleggen dat volgens Keynes de klassieke economische theorie in de periode van laagconjunctuur een averechtse werking heeft.
  • Uitleggen hoe volgens Keynes een economische crisis bestreden moet worden.
  • Uitleggen hoe de overheid volgens Keynes moet ingrijpen bij een economische crisis.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klassieke economen: Adam Smith
Vraag en aanbod komen in evenwicht door de 'onzichtbare hand' van de vrije markteconomie. Is er minder vraag, dan 
dalen de lonen en de prijzen en dan stijgt de verkoop. 

Wet van Say: elk aanbod, creëert zijn eigen vraag. Oftewel: alles wat je maakt, wordt verkocht. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat bleek niet te kloppen aan de theorie van Adam Smith?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Alles wat je maakt, wordt verkocht
B
Lonen laten zakken zorgt voor herstel
C
De onzichtbare hand doet zijn werk

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorzaken crisis
  • Boeren konden hun productie niet kwijt
  • Boeren konden leningen niet betalen, banken gingen failliet
  • Reel inkomen daalde, hierdoor daalde vraag naar industriële producten
  • Bedrijven maakte minder winst, beurs crashte door kuddegedrag
  • Veel mensen en bedrijven hadden met geleend geld belegd, i.v.m hefboomwerking, door de crash schulden niet terugbetalen
  • Nog meer faillissementen, internationale betalingscrisis

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Probleem!
De productie van de boeren en de fabrieken werden niet verkocht. 
Door gebrek aan vertrouwen en kuddegedrag versterkte de crisis. 
Geen automatisch herstel door de onzichtbare hand. 

Wat nu? 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Keynes: conjunctuur

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Keynesianen vs. de klassieken
Klassieken
Keynes
Gaat uit van aanbod: al het aanbod wordt verkocht. Productie varieert. 
Gaat uit van de vraag:  effectieve vraag fluctueert: onderbesteding en overbesteding. Productie is constant. 
Loon is kostenpost
Loon zorgt voor bestedingen 
De onzichtbare hand van de markt zorgt vanzelf voor nieuw evenwicht. 
Conjunctuurbewegingen zorgen voor nieuw evenwicht. Anti-cyclisch beleid nodig. 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Keynes: anticyclisch begrotingsbeleid
Het conjunctuurbeleid van de overheid is erop gericht de conjunctuurgolven af te zwakken.

Tijdens laagconjunctuur: gas geven, economie stimuleren
Tijdens hoogconjunctuur: op de rem trappen, economie afremmen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Over- & onderbesteding

hoog conjunctuur: overbesteding

De prijzen gaan stijgen (inflatie), lage conjuncturele werkloosheid laag. 


laag conjunctuur: onderbesteding

De prijzen dalen (deflatie) en hoge conjuncturele werkloosheid. 


evenwicht

Geen conjuncturele werkloosheid. Geen inflatie. 



Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er bij een laag conjunctuur?
Consumenten en bedrijven:
A
investeren meer
B
stellen aankopen uit
C
investeringen blijven gelijk
D
gaan failliet

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De overheid voert de prestatiebonus in voor haar personeel, terwijl de inkomsten tegengevallen vanwege de conjunctuur.
A
Deze maatregel heeft een procyclisch effect
B
Deze maatregel heeft een anticyclisch effect
C
Deze maatregel heeft geen effect op de conjunctuur

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Twee beweringen over de conjunctuur.
I. Bij onderbesteding is er meer inflatie.
II. Bij overbesteding is er conjuncturele werkloosheid.
Welke bewering(en) is/zijn juist?
A
Beide zijn goed
B
I is goed en II is fout
C
I is fout en II is goed
D
Beide zijn fout

Slide 15 - Quiz

Onderbesteding leidt tot werkloosheid
Overbesteding leidt tot inflatie
Hoe zou je laag conjunctuur ook kunnen noemen?
A
Economische crisis
B
Recessie
C
Dipje

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke maatregel of maatregelen van de overheid passen bij een Keynesiaans beleid in een laagconjunctuur?


A
de belastingen verhogen.
B
de subsidies aan bedrijven verhogen.
C
haar bestedingen verhogen.
D
de rente verhogen.

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig werken
Huiswerk is: 
Maken opdracht 2.1

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evaluatie
  • Herhaling: Uitleggen hoe volgens de klassieke economen het marktmechanisme automatisch zorgt voor evenwicht, zowel op de goederenmarkt als op de arbeidsmarkt.
  • Herhaling: Uitleggen hoe volgens de klassieke economen een economische crisis bestreden moet worden.
  • Uitleggen dat volgens Keynes de klassieke economische theorie in de periode van laagconjunctuur een averechtse werking heeft.
  • Uitleggen hoe volgens Keynes een economische crisis bestreden moet worden.
  • Uitleggen hoe de overheid volgens Keynes moet ingrijpen bij een economische crisis.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions