2a2 chap 1 - les pays + oefen s.o.

Focusleren
Français en classe
Oefen s.o. maken + nakijken
Oefen s.o. nabespreken
Spreekdoel
Ik kan vertellen in welk land ik op vakantie ben geweest afgelopen zomer.
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Focusleren
Français en classe
Oefen s.o. maken + nakijken
Oefen s.o. nabespreken
Spreekdoel
Ik kan vertellen in welk land ik op vakantie ben geweest afgelopen zomer.

Slide 1 - Diapositive

Focusleren
TAAK met Quizlet lijst (Beide richtingen):
jours de la semaine
getallen 0 t/m 20
jezelf voorstellen

Herhalen:
Franse opdracht woorden Richting F-N
être, avoir, basis werkwoorden op -er, uitgangen -er. Beide richtingen.
timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

L'agenda
Donderdag 13 oktober
S.O. chapitre 1

  • Kennen/kunnenlijst volgt (woensdag)

Slide 3 - Diapositive

Vocabulaire A
le Luxembourg - Luxemburg  

la France - Frankrijk
la Belgique - België
l'Allemagne - Duitsland
l'Angleterre - Engeland

les Pays-Bas - Nederland


Annotation

Slide 4 - Diapositive

La Grèce
Le Japon
L'Italie (f)
L'Espagne (f)
L'Autriche (f)
L'Australie (f)

Slide 5 - Question de remorquage

Exercice : individuel(le)
A. Zoek de vertaling van het land op waar jij de afgelopen zomer bent geweest (schrijf dit op bij woordenlijst A)

(Staat het land er al tussen? Zoek dan een land op waar je graag nog naartoe zou willen)




Slide 6 - Diapositive

Les pays en Français

Slide 7 - Carte mentale

Vocabulaire A
le Luxembourg - Luxemburg >  in/naar : au [oo]

la France - Frankrijk             > in/naar : en [an]
la Belgique - België
l'Allemagne - Duitsland
l'Angleterre - Engeland

les Pays-Bas - Nederland    > in/naar : aux [oo]


Annotation

Slide 8 - Diapositive

Réponds en français (beantwoord):

- Tu as passé de bonnes vacances ?
- Tu as été où ?

Slide 9 - Question ouverte

Français en classe
  • Tu es en quelle classe?
  • Tu aimes la viande / les légumes / le fromage ?
  • Tu joues souvent à la console ?
  • Tu as quelles matières le lundi?
  • Quelle est ta matière préférée ?
  • Qui est ton prof de biologie / maths ?
  • C'est quand ton anniversaire?
  • Tu as passé de bonnes vacances?
  • Tu as été où ?
timer
5:00

Slide 10 - Diapositive

Au travail
1. Oefen s.o. maken
2. Oefen s.o. nakijken
3. Omcirkel wat jij graag wilt bespreken

Klaar? = Quizlet

Slide 11 - Diapositive