Organiseren en coördineren van zorg

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Organiseren en coördineren van zorg

Doel van de les

De student weet wat zijn/ haar taken zijn bij organisatie en coördinatie van zorg.

Organiseren

coördinatie

Coördineren van zorg

 

is het samenstellen, in stand houden en effectief indelen van een op de individuele zorgvrager toegesneden pakket van verschillende soorten zorg, hulp en diensten.

Coördineren van zorg...

• het plannen van activiteiten 
• overleggen met de zorgvrager of met collega’s, 
• rapporteren 
• het oplossen van knelpunten 
• andere disciplines inschakelen
• familie betrekken bij de zorg

Welke taken horen bij van coördinatie van zorg?

Als alle zorgactiviteiten goed op elkaar aansluiten, spreek je over continuïteit van zorg.

Coördinatie en continuïteit van zorg dragen

bij aan de kwaliteit van zorg

kwaliteit van zorg

Kwaliteit van zorg

• zorgvrager is tevreden
• zorgvrager herstelt van ziekte
• zorgvrager kan omgaan met beperking
• zorg leveren volgens een vastgestelde standaard (wet- en regelgeving, visie van de organisatie, patiënten- en belangenorganisaties, wetenschappelijke kennis)

Rol van de verpleegkundige

Coördineren en organiseren --> 

CanMEDS-rollen: ‘organisator’

Organiseren van zorg

• de zorgvrager staat centraal
• eigen regie van de zorgvrager staat voorop
• goed informeren van zorgvrager en naasten
• overzicht houden over eigen taken maar ook die van andere zorgverleners die betrokken zijn in het zorgproces

Verpleegkundig leiderschap

Verpleegkundig leiderschap vertoon je wanneer je samen met andere zorgverleners (andere verpleegkundigen en andere disciplines) én met zorgvragers en naasten werkt aan waardevolle zorg, die past bij de situatie. Hierbij probeer je invloed uit te oefenen op de zorg dicht bij de zorgvrager en de strategische richting van de zorgorganisatie.

Om verpleegkundig leiderschap te tonen, is het belangrijk dat je:

1. je bewust bent van jouw eigen professionele rol te opzichte van andere rollen (hiervoor moet je de andere rollen kennen en herkennen);
   
2. reflectieve en onderzoekende vragen stelt;
   
3. gebruikmaakt van evidence-based practice;
   
4. als rolmodel verschil probeert te maken voor uitkomsten van zorgvragers, collega-medewerkers, de zorgorganisatie en de maatschappij.