Les 5 arbeidsrecht

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
JuridischMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Welke partijen zijn betrokken bij de totstandkoming van een cao?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

W

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

In een iao met mevrouw Janssen, juridisch medewerker, is afgesproken dat zij 26 dagen verlof heeft. In de CAO staat dat zij recht heeft op 28 dagen verlof. Mevrouw Janssen heeft recht op
A
26 dagen
B
28 dagen

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

CAO-afspraken over de stijging van het salaris zijn:
A
normatieve bepalingen
B
obligatoire bepalingen

Slide 14 - Quiz

CAO-afspraken over de beloning voor overwerk zijn:
A
normatieve bepalingen
B
obligatoire bepalingen

Slide 15 - Quiz

CAO-afspraken over niet staken tijdens de onderhandelingsperiode over de nieuwe cao zijn:
A
normatieve bepalingen
B
obligatoire bepalingen

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Een cao bevat de bepaling dat in geval van ouderschapsverlof de werkgever 90% van het brutoloon doorbetaalt. Zie voor de wettelijke regeling art. 7:644 BW.
Een werknemer beroept zich op deze bepaling bij zijn werkgever. De werkgever, aangesloten bij een werkgeversorganisatie, weigert deze bepaling uit te voeren omdat de werknemer geen lid is van een vakbond.
A
De werkgever hoeft de bepaling niet uit te voeren, omdat de werknemer geen lid is van een vakbond
B
De werknemer kan zijn georganiseerde werkgever houden aan de bepaling uit de cao, ook al is de werknemer zelf niet bij een bond aangesloten.

Slide 18 - Quiz

Een cao bevat de bepaling dat in geval van ouderschapsverlof de werkgever 90% van het brutoloon doorbetaalt. Zie voor de wettelijke regeling art. 7:644 BW.

Een werkgever die niet is aangesloten bij een werkgeversorganisatie, weigert de bepaling uit te voeren.
A
De werkgever hoeft de bepaling niet uit te voeren, omdat de werkgever niet is aangesloten bij een werkgeversorganisatie
B
De werknemer kan zijn werkgever houden aan de bepaling uit de cao, ook al is deze niet aangesloten bij een werkgeversorganisatie

Slide 19 - Quiz

Een cao bevat de bepaling dat in geval van ouderschapsverlof de werkgever 90% van het brutoloon doorbetaalt. Zie voor de wettelijke regeling art. 7:644 BW.
De CAO is algemeen verbindend verklaard voor de bedrijfstak.
Een werkgever die niet is aangesloten bij een werkgeversorganisatie, weigert de bepaling uit te voeren.
A
De werkgever hoeft de bepaling niet uit te voeren, omdat de werkgever niet is aangesloten bij een werkgeversorganisatie
B
De werknemer kan zijn werkgever houden aan de bepaling uit de cao, ook al is deze niet aangesloten bij een werkgeversorganisatie

Slide 20 - Quiz

Een cao bevat de bepaling dat in geval van ouderschapsverlof de werkgever 90% van het brutoloon doorbetaalt. Zie voor de wettelijke regeling art. 7:644 BW.
Een werkgever die wel is aangesloten bij een werkgeversorganisatie, deelt zijn personeel mee dat hij in geval van ouderschapsverlof 100% van het loon doorbetaalt.
A
Dat mag, mits er sprake is van een standaard-cao
B
Dat mag, mits er sprake is van een minimum-cao

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Een werkgever wordt geconfronteerd met een staking van zijn werknemers. De staking gaat over arbeidstijdverkorting en wordt ondersteund door de vakbonden. In reactie op de staking ontslaat de werkgever vier werknemers, die volgens hem de aanstichters van de staking zijn. Ze krijgen op staande voet ontslag wegens werkweigering.

Hoe zal de rechter dit ontslag beoordelen?
A
Het ontslag is onrechtmatig, want werknemers hebben stakingsrecht.
B
Het ontslag is rechtmatig, want er is sprake van werkweigering.

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Vidéo

Politie, brandweer, ambulancepersoneel en bijvoorbeeld verpleegkundigen van een ziekenhuis kunnen moeilijk staken, omdat er dan al snel een onveilige situatie ontstaat.

Wat voor type staking kiest men daarom vaak in deze bedrijfstakken?

Slide 25 - Question ouverte

Een werkgever wordt geconfronteerd met een staking van zijn werknemers. De staking gaat over arbeidstijdverkorting en wordt ondersteund door de vakbonden.

Hoe wordt een dergelijke staking genoemd?
A
Een wilde staking
B
Een georganiseerde staking
C
Een vakbondstaking
D
Een doelgerichte staking

Slide 26 - Quiz

Noem twee dingen die je vandaag geleerd hebt

Slide 27 - Question ouverte

Wat vind je nog lastig? Noem één ding

Slide 28 - Question ouverte

Verwerkingsopdrachten
SPL-opdrachten: 2754 en 2782

Slide 29 - Diapositive