peul - 3H - Trappen van vergelijking

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Trappen van vergelijking

Handboek Seite 44,45

klein   kleiner   kleinst     het kleinst= am kleinst+ en

stam op d t of sisklank bij overtreffende trap +e;* nettest

                                                                          * am nettesten

uitzonderingen goed leren

oef  8 en 9 op blz 44 maken.

Leerdoelen 1/2

kennen

1. Je kunt de vergrotende trap maken.

2. Je kunt de overteffende trap maken.

3. Je kunt de overtreffende trap bij bijvoeglijk naamwoorden op -d, -t en -s maken.

4. Je weet wanneer je een Umlaut plaats bij de vergrotende en overtreffende trap plaatst.

1/3 Meine Großeltern leben [het liefst] in der Stadt.

1. am lieber
2. am liebsten
3. liebsten
4. am Liebsten

2/3 Ihr Auto ist [geel] als sein Auto!

1. gelb
2. gëlber
3. gelber
4. am gelbsten

3/3 Das Rathaus ist viel [nah] als die Oper.

Leerdoelen 2/2

kennen/kunnen

5. Je kent en kunt minstens twee bijvoeglijke naamwoorden maken die een eigen vorm hebben. 

6. Je kan personen, dieren of dingen met elkaar vergelijken.

1/3 Frankfurt ist groß. Hamburg ist größer. Berlin ist [het grootst].

2/3 Wir möchten lieber zu Fuß gehen. Man sieht dann [veel dan ] mit dem Bus.

Leerdoelen 1/2

kennen / kunnen

1. Je kunt de vergrotende trap maken.

2. Je kunt de overteffende trap maken.

3. Je kunt de overtreffende trap bij bijvoeglijk naamwoorden op -d, -t en -s maken.

4. Je weet wanneer je een Umlaut plaats bij de vergrotende en overtreffende trap plaatst.

Leerdoelen 2/2

kunnen

5. Je kent en kunt minstens twee bijvoeglijke naamwoorden maken die een eigen vorm hebben. 

6. Je kan personen, dieren of dingen met elkaar vergelijken.

Nog even kort

• trappen van vergelijking

1. stellende trap 
2. vergrotende trap ...+er
3. overtreffende trap: am ...+sten
   
   

• Één lettergreep met A U t O in de stam --> UMLAUT
  
  
• -d, -t of -s-klank am ....+esten
  
  
• uitzonderingen

Sie läuft (net zo snel als) du

1. genau so schnell als
2. genau so schnell wie
3. genau so wie

wie bij     so  als dit ervoor staat

Wir laufen (even) schnell

1. eben
2. gleich
3. genau so schnell
4. am schnellsten

Wer ist der (snellere)..Läufer ?

1. schneller
2. schnellere
3. schnellsten
4. schnelle

Wer ist das (aardigste) Mädchen der Klasse?

1. nett
2. netteste
3. netter
4. am nettesten

nettest +e van bijv naamwoord

Wer hat das (nieuwste)....Buch gekauft ?

1. neuest
2. am neuesten
3. neueste
4. neue

extra e na klinker stam op d/t sisklank

dunkel- .........am dunkelsten

1. dunkel
2. dunkler

bijv nw eindigt op el/ er en ervoor tweeklank   

dan vervalt  de e in  vergrotende trap

Seite 98