H7 Materialen - les 2

H7 materialen
Lesplanning
  1. Uitleg soortelijke warmte
  2. Opgaven §7.2 maken
  3. Aan de slag:
    - practicum soortelijke warmte metalen blokje
    - opgaven §7.2 afronden
  4. Afsluiting

HW: §7.2 opgave 15 t/m 20
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

H7 materialen
Lesplanning
  1. Uitleg soortelijke warmte
  2. Opgaven §7.2 maken
  3. Aan de slag:
    - practicum soortelijke warmte metalen blokje
    - opgaven §7.2 afronden
  4. Afsluiting

HW: §7.2 opgave 15 t/m 20

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
Aan het einde van de les kan je ...
  • uitleggen wat de soortelijke warmte is;
  • rekenen met de soortelijke warmte.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:16
Wat denk jij?
Het boek heeft een lagere temperatuur dan de harddrive.
Het boek heeft een even hoge temperatuur als de hardrive.
Het boek heeft een hogere temperatuur dan de hardrive.

Slide 4 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

01:58
Wat verwacht jij?
Als je een ijsblokje gelijktijdig op een aluminiumblokje en een ander ijsblokje op een plastic blokje legt dan ...

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Warmte VS temperatuur

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soortelijke warmte
De soortelijke warmte van een stof is de
hoeveelheid energie die nodig is om
1 gram van een stof met 1 graad omhoog
te laten stijgen.

Voor water: c = 4,2 J/g/⁰C

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld 1
Een waterkoker (2400 W) verwarmt 1,5 L water (c=4,2 J/g/⁰C) van 20 ⁰C tot 100⁰C. 
A. Bereken hoeveel warmte de waterkoker moet leveren. 

B. Bereken hoeveel minuten de waterkoker daarover doet.
Ga ervanuit dat er geen energie verloren gaat.
Gegevens:
cwater = 4,2 J/g/⁰C
P = 2400 W
V = 1,5 L 
ΔT = 80 ⁰C
Q = ?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld 2
Een brokje zilver van 44 gram en 100 ˚C wordt stek afgekoeld. Het zilver staat hierbij 700 J aan warmte af. De soortelijke warmte van zilver is 0,24 J/g˚C. Bereken de eindtemperatuur. 
Gegevens:
m = 44 g
Tbegin = 100 ⁰C
Q = 700 J
c = 0,24 J/g/⁰C
Teind = ?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je voegt aan twee stoffen met gelijke massa 100 J warmte toe. De temperatuur van stof A neemt meer toe dan de temperatuur van stof B. Welke stof heeft de grootste soortelijke warmte?
A
Stof A
B
Stof B

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Qop = Qaf
De warmte die een warm object afstaat is gelijk aan de warmte die het koude object opneemt.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeldopgave 3
Een klomp gietijzer (c = 0,5 J/g°C) van 500 g en een temperatuur van 50 ⁰C wordt in 100 gram vloeistof met een temperatuur van 20 ⁰C geplaatst. De eindtemperatuur van het mengsel is 34 ⁰C. 

Bereken de soortelijke warmte van de vloeistof.
Neem aan dat er geen warmte verloren gaat aan de omgeving.
Gietijzer:            
c = 0,5 J/g°C
m = 500 g
Δ T = 50 - 34 = 16 ⁰C
Vloeistof:  
m = 100 g
Δ T = 34 - 20 = 14 ⁰C
Qop=Qaf

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
In je schrift maken en nakijken
 §7.2 opgave 21, 22, 25, 27 en 31
timer
12:00

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Proef 2
De soortelijke warmte van een metalen blokje bepalen.

Slide 15 - Diapositive

Formule soortelijke warmte met betekenis letters op het bord.
Als je klaar bent ...

maken en nakijken §7.2 opgave 21, 22, 25, 27 en 31
Proef 2 
soortelijke warmte metalen blokje
timer
40:00

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je de massa van de stof die je wilt verwarmen 3 keer zo groot maakt. Hoeveel keer meer energie heb je dan nodig?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Demopracticum
Temperatuur van een gasvlam

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


De temperatuur 
van een gasvlam
                         Meetresultaten

Schroef ( c = 0,46 J/(g ⁰C))
m = 

Water (c = 4,18 J/(g ⁰C))
m = 
Tbegin =
Teind =


Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwerking

Stap 1
Bereken de warmte die het water heeft opgenomen. 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwerking

Stap 2
 Bereken het temperatuurverschil van de schroef. 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwerking

Stap 3
 Bereken de begintemperatuur van de schroef.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Conclusie 
discussie

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
Aan het einde van de les kan je ...
  • uitleggen wat de soortelijke warmte is;
  • rekenen met de soortelijke warmte.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeldopgave 1
Een klomp gietijzer (c = 0,5 J/g°C) van 0,5 kg wordt boven een gasvlam gehouden. In
2 minuten tijd stijgt de temperatuur van 20 °C naar 50 °C. 

Bereken hoeveel warmte de klomp gietijzer heeft opgenomen.


  • Q = 0,5 * 500 * 30  
  • Q = 7500 J
Q=cmΔT

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeldopgave 2

De klomp gietijzer (c = 0,5 J/g°C) van 0,5 kg en een temperatuur van 50 ⁰C wordt in 100 gram vloeistof met een temperatuur van 20 ⁰C geplaatst. De eindtemperatuur van het mengsel is 34 ⁰C. 

Bereken de soortelijke warmte van de vloeistof.
Neem aan dat er geen warmte verloren gaat aan de omgeving.
  • Qop = Qaf
  • Qgietijzer = Q vloeistof


  • Qgietijzer = 0,5 * 100 * 30
  • Qgietijzer = 1500 J
Q=cmΔT

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeldopgave 2

De klomp gietijzer (c = 0,5 J/g°C) van 0,5 kg en een temperatuur van 50 ⁰C wordt in 100 gram vloeistof met een temperatuur van 20 ⁰C geplaatst. De eindtemperatuur van het mengsel is 34 ⁰C. 

Bereken de soortelijke warmte van de vloeistof.
Neem aan dat er geen warmte verloren gaat aan de omgeving.
  • Qgietijzer = Qvloeistof = 1500 J


  • 1500 = c *  500 * 14
  • 1500 = c * 7000
  • c = 1500 / 7000 = 0,21 J/g/⁰C
Qvloeist.=cmΔT

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeldopgave 3

Een frituurpan met een vermogen van 2000 W verwarmt 2,0 kg
fituurvet (c = 1,8 J/g⁰C). Bereken de temperatuurstijging in 6 minuten. 
  • E = P * t
  • t = 6 min = 360 s
  • E = 2000 * 360 =720 000 J

  • Q = c * m * ΔT
  • 720 000 = 1,8 * 2000 * ΔT
  • 720 000 = 3600 * ΔT
  • ΔT = 720 000 / 3600 
  • ΔT = 200 ⁰C

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions